ECLI:NL:GHAMS:2018:1716
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens gevaar op de weg veroorzaakt door achteruitrijden
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 april 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor het veroorzaken van gevaar op de weg door achteruit te rijden met zijn voertuig op de Lodewijk van Deysselstraat in Amsterdam. De tenlastelegging betrof een incident op 31 maart 2016, waarbij de verdachte achteruit reed zonder het overige verkeer voor te laten gaan, wat leidde tot een situatie waarin een achteropkomend voertuig moest remmen of uitwijken om een aanrijding te voorkomen.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de verdachte verklaard dat hij zijn bestelbus had geparkeerd en slechts een klein stukje achteruit reed om de weg op te kunnen rijden. Hij stelde dat hij voldoende ruimte had gezien tussen zijn bus en een motorrijder die uit de uitrit van het politiebureau kwam rijden. Het hof heeft de verklaring van de verdachte in overweging genomen, evenals het proces-verbaal van de motorrijder, maar kon niet met voldoende zekerheid vaststellen dat er daadwerkelijk gevaar was veroorzaakt door de verdachte.
Het hof heeft geconcludeerd dat de verdachte niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat hij het ten laste gelegde feit had begaan. Daarom heeft het hof het vonnis van de kantonrechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging. Het hof merkte op dat het gedrag van de verdachte bij de confrontatie met de motorrijder niet acceptabel was, maar dit was niet voldoende om tot een veroordeling te komen. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters R. Kuiper, J.J.I. de Jong en M. Gonggrijp-van Mourik aanwezig waren.