ECLI:NL:GHAMS:2018:1775

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 mei 2018
Publicatiedatum
5 juni 2018
Zaaknummer
13/729026-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Rekestprocedure
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige hechtenis en schorsing in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 9 mei 2018 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte, geboren op 4 oktober 1988 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 23 april 2018, die een bevel tot zijn gevangenhouding inhield. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder de akte van de griffier van de rechtbank en het proces-verbaal van observatie. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. W. van Vliet, gehoord.

Het hof heeft geconcludeerd dat er nog steeds voldoende ernstige bezwaren tegen de verdachte bestaan. Dit oordeel is gebaseerd op verschillende factoren, waaronder de herkenning van de verdachte door de politie en de verklaring van de medeverdachte Tomorri. De raadsman heeft onvoldoende persoonlijke omstandigheden naar voren gebracht die zwaarder zouden moeten wegen dan het maatschappelijk belang, waardoor het hof het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis heeft afgewezen. Het feit dat andere medeverdachten op vrije voeten zijn, heeft geen invloed gehad op deze beslissing.

De beschikking van het hof houdt in dat het beroep tegen de bestreden beschikking wordt afgewezen, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis. Deze beslissing is genomen in raadkamer en is op 9 mei 2018 gegeven door de voorzitter en de raadsheren van het hof, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[appellant] ,
geboren te [geboorteplaats] op 4 oktober 1988,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans verblijvende in het huis van bewaring [gedetineerd] ,
tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 23 april 2018, voor zover houdende bevel tot zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Amsterdam van 24 april 2018, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsman mr. W. van Vliet.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en de gronden waarop deze berust.
Het hof is van oordeel dat nog steeds voldoende ernstige bezwaren tegen de verdachte bestaan, onder meer gelet op het proces-verbaal van observatie, de herkenning van de verdachte door de politie en de verklaring van de medeverdachte Tomorri tegenover de politie.
Nu de raadsman onvoldoende persoonlijke omstandigheden naar voren heeft gebracht die zwaarder zouden moeten wegen dan het maatschappelijk belang, wijst het hof het mondelinge gedane schorsingsverzoek af. Dat een of meer medeverdachte(n) reeds op vrije voeten zou(den) zijn maakt dit oordeel van het hof niet anders.

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
WIJST AF het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Deze beschikking is gegeven op 9 mei 2018 in raadkamer van dit hof door
mr. M.M.H.P. Houben, voorzitter,
mrs. A.M. van Woensel en M. Iedema, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S. Grote Ganseij als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 9 mei 2018,
de advocaat-generaal