In deze zaak heeft [appellant], een werknemer van New York Pizza, hoger beroep ingesteld tegen de beschikkingen van de kantonrechter in Amsterdam, die zijn ontslag op staande voet en de daaropvolgende loondoorbetaling had afgewezen. Het ontslag vond plaats op 9 juni 2016, na een onderzoek door [Y] Bedrijfsrecherche B.V. naar vermoedelijke onregelmatigheden. De werknemer betwistte de rechtmatigheid van het ontslag, onder andere door te stellen dat de reden voor het ontslag niet onverwijld was meegedeeld en dat de camerabeelden, die als bewijs werden gebruikt, onrechtmatig waren verkregen. De kantonrechter had eerder geoordeeld dat er voldoende bewijs was voor diefstal en fraude door de werknemer, wat het ontslag rechtvaardigde.
Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep op 14 maart 2018 was de werknemer niet aanwezig, terwijl New York Pizza werd vertegenwoordigd door hun advocaat. Het hof heeft de grieven van de werknemer beoordeeld, waaronder de stelling dat de camerabeelden onrechtmatig waren verkregen en dat er geen dringende reden voor ontslag was. Het hof oordeelde dat de kantonrechter terecht had geoordeeld dat de werknemer op de hoogte was van de beschuldigingen en dat de camerabeelden, hoewel mogelijk onrechtmatig, niet uitgesloten konden worden als bewijs. Het hof bevestigde de eerdere beslissing van de kantonrechter en bekrachtigde het ontslag op staande voet, evenals de veroordeling van de werknemer in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor werkgevers om dringende redenen voor ontslag onverwijld mee te delen en de afweging van belangen bij het gebruik van bewijs dat mogelijk inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van werknemers. Het hof concludeerde dat de werknemer zich schuldig had gemaakt aan de hem verweten feiten, waardoor het ontslag op staande voet gerechtvaardigd was.