Uitspraak
[verdachte] ,
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 25 juni 2017 te Zandvoort, althans in Nederland, [slachtoffer] heeft mishandeld door hem zogenoemd een kopstoot tegen het hoofd (ter hoogte van neus) te geven.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1967, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 28 augustus 2017, waarin hij was veroordeeld voor mishandeling. De tenlastelegging betrof het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan het slachtoffer door middel van een kopstoot op 25 juni 2017 in Zandvoort. Tijdens de zitting op 31 mei 2018 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, evenals de verdediging van de verdachte.
Het hof heeft vastgesteld dat er in de verklaringen van de aangever en getuige aanknopingspunten zijn voor de beschuldiging, maar deze zijn niet voldoende sterk om tot een veroordeling te komen. De verdachte heeft verklaard dat hij per ongeluk de neus van de aangever heeft geraakt na een knietje van de aangever. Het hof oordeelt dat deze verklaring niet kan worden uitgesloten en dat er onvoldoende bewijs is voor de tenlastelegging.
Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van zowel de primaire als de subsidiaire tenlastelegging. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters in tegenwoordigheid van de griffier de uitspraak hebben gedaan op de openbare zitting.