ECLI:NL:GHAMS:2018:199

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 januari 2018
Publicatiedatum
29 januari 2018
Zaaknummer
23/000021-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van voorlopige hechtenis van verdachte in verband met recidivegevaar en overtreding voorwaarden

Op 24 januari 2018 heeft het Gerechtshof Amsterdam in raadkamer een beschikking gegeven op het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte. De verdachte, geboren in 1976 en thans verblijvende in PI Flevoland, had verzocht om schorsing van zijn voorlopige hechtenis. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken, waaronder het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 2 januari 2018. Tijdens de behandeling in raadkamer zijn de advocaat-generaal, de verdachte en zijn raadsman, mr. van Vliet, gehoord.

Het hof heeft geconcludeerd dat het recidivegevaar dat ten grondslag ligt aan de voorlopige hechtenis niet voldoende kan worden beperkt door het stellen van voorwaarden voor schorsing. De verdachte heeft tijdens een weekendverlof de hem opgelegde voorwaarden overtreden en heeft blijkens een rapport van de reclassering van 26 september 2017 geen medewerking verleend aan de behandeling van zijn problematiek. Gezien deze omstandigheden heeft het hof besloten het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis af te wijzen.

De beschikking is gegeven door de voorzitter, mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen, samen met raadsheren mrs. M. Iedema en M. Gonggrijp-van Mourik, en griffier mr. S. Grote Ganseij. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGop het verzoek strekkende tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte:
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] [geboortedag] 1976
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres]
thans verblijvende in PI Flevoland – HvB Almere Binnen te Almere.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft gezien het verzoek strekkende tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte. Het hof heeft voorts kennisgenomen van de stukken betrekking hebbend op de
voorlopige hechtenis van de verdachte en het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 2 januari 2018.
Het hof heeft bij de behandeling in raadkamer op 24 januari 2018 gehoord de advocaat-generaal, de verdachte en zijn raadsman mr. van Vliet.

De beoordeling

Het hof is van oordeel dat het recidivegevaar dat ten grondslag ligt aan de voorlopige hechtenis niet voldoende kan worden beperkt door het stellen van voorwaarden in het kader van een schorsing van de voorlopige hechtenis. In de extramurale fase van de ISD maatregel heeft de verdachte tijdens een weekendverlof hem opgelegde voorwaarden overtreden. Bovendien verleent de verdachte blijkens het rapport van de reclassering 26 september 2017 geen medewerking aan de behandeling van zijn problematiek. Het verzoek tot schorsing zal derhalve worden afgewezen.

De beslissing

Het hof
WIJST AF het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte.
Deze beschikking is gegeven op 24 januari 2018 in raadkamer van dit hof door
mr. I.M.H. van Asperen de Boer- Delescen, voorzitter,
mrs. M. Iedema en M. Gonggrijp - van Mourik, raadsheren,
en mr. S. Grote Ganseij als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 24 januari 2018,
de advocaat-generaal