Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
(e.e.a. conform de specificatie welke wij u in eerder stadium hebben doen toekomen)
De leveringsvoorwaarden van de vermaler, de service overeenkomsten en de prijzen daarvan zijn zoals door ons vorig jaar is vastgesteld (…) (Dit geldt ten aanzien van deze leveringsvoorwaarden en service overeenkomsten ook voor de leveranties aan het RdGG en aan ‘Terneuzen’, met slechts in die gevallen reeds gemaakte en derhalve afwijkende prijsafspraken.) (…)”.
3.Beoordeling
grieven 3 tot en met 9 in het principaal appelte behandelen. Met deze grieven verwoordt Shredx haar standpunt dat zij, in aanvulling op haar eerdere factuur van € 250.000,-, aanspraak heeft op betaling van ook haar latere factuur van 18 juni 2012 ten bedrage van € 363.873,96 (inclusief BTW) alsmede de daarover verschuldigde rente (bij elkaar het gevorderde bedrag van € 404.031,83), voor de vervaardiging en levering van de afvalvermalers. Schredx betoogt ter onderbouwing van haar vordering, samengevat, het volgende. De factuur van 18 juni 2012 vindt zijn grondslag en is opgesteld overeenkomstig de prijsafspraken in de (hiervoor onder 2.3 genoemde) SPO. Het standpunt van Pharmafilter dat voor de vervaardiging en de levering van de afvalvermalers een vast bedrag van € 250.000,- is afgesproken overeenkomstig de offerte van 12 juni 2008 is niet juist. Die offerte was alleen opgesteld opdat Pharmafilter subsidie zou kunnen aanvragen. Het was ook geen aanbod. Daarvoor was de inhoud onvoldoende bepaalbaar, want er was nog geen duidelijkheid over de specificaties van de afvalvermalers noch over de uiteindelijke prijs. Bovendien was die offerte, als daarvan al sprake was, door Pharmafilter niet aanvaard. Aan Pharmafilter is weliswaar een factuur gestuurd van € 250.000,-, maar ook dat was alleen met het oog op de subsidieaanvraag. Een bedrag van € 250.00,- betrof alleen Fase 1 van het Projectplan (het voorafgaand benodigd onderzoek) en niet ook het maken en leveren van de afvalvermalers. Pas vanaf de zomer 2009 kwam meer duidelijkheid over de specificaties van de te leveren afvalvermalers en pas begin 2011 is met de productie begonnen. De e-mail zijdens Schredx van 18 september 2009 moet niet zo worden uitgelegd dat voor € 250.000,- 17 afvalvermalers geleverd zouden worden, maar moet worden uitgelegd in het licht van de kort daarvoor gesloten SPO. Deze e-mail was pas de eerste werkelijke offerte conform de SPO en conform de SPO dient Pharmafilter dan ook de afvalvermalers te betalen.
Vervaardiging prototypes …". Voor zover de kosten van het vervaardigen van de afvalvermalers vanwege het voorbereidend onderzoek hoger uitviel dan Shredx oorspronkelijk veronderstelde is dat voor rekening van Shredx. Ook voor de latere afvalvermalers is in de SPO afgesproken: "
[persoon 1] ontwikkelt voor eigen rekening het eerst genoemde vermaalsysteem en mogelijk ook het tweede." Ten slotte is zijdens Shredx met zoveel woorden bevestigd in de e-mail van 18 september 2009 dat de afvalvermalers voor €250.000,- zouden worden geleverd: "
Volgens mij is het zo dat er voor deze €250K een aantal ‘Grinbins’ (Ziekenhuisafval vermalers) geleverd gaan worden, te weten een paar (2 stuks w.m.b.) prototypes en een beperkte 0-serie (15 stuks w.m.b.) voor de eerste veld test en de daaraan gerelateerde ondersteuning ter plaatse in het RdG-ziekenhuis en tevens dat we op termijn die 2 prototypes upgraden naar de standaard."
grieven 1 en 2 in het principaal appelbestrijdt Shredx de vaststelling door de rechtbank van een aantal feiten. Deze feiten zijn hiervoor onder 2. niet overgenomen en zijn overigens niet van belang voor de door het hof hiervoor gegeven oordeel. Ook deze grieven baten Shredx derhalve niet.
grieven genummerd 1 en 3 in het incidenteel appelkomt Pharmafilter op tegen de afwijzing door de rechtbank van haar vordering dat Shredx de originele bankgarantie van 26 juni 2014 aan Pharmafilter teruggeeft op straffe van een dwangsom. Pharmafilter had die bankgarantie doen stellen ter opheffing van de door Shredx gelegde beslagen. Haar eis heeft Pharmafilter in appel aldus geformuleerd dat het hof Shredx gebiedt Rabobank Nederland te ontslaan uit de bankgarantie van 26 juni 2014 en daarvan te doen blijken door het retourneren van de originele bankgarantie aan Pharmafilter B.V. binnen vijf dagen na betekening van het ten deze te wijzen arrest, onder verbeurte van een dwangsom van € 25.000 per dag dat Shredx daarmee in gebreke blijft. Pharmafilter is van oordeel, met een beroep op het bepaalde in artikel 6:248 lid 2 BW, dat als de vordering van Shredx ook in hoger beroep strandt, het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat Shredx blijft vasthouden aan de bankgarantie.
grief genummerd 4 in het incidenteel appelkomt Pharmafilter op tegen de afwijzing van haar vordering tot vergoeding van de door haar gestelde schade als gevolg van de beslagen. Deze schade is volgens Pharmafilter de kosten van het stellen van de bankgarantie ter opheffing van de beslagen, zijnde de rente die zij is verschuldigd ingevolge een lening die zij heeft moeten afsluiten om de bank van de nodige fondsen te voorzien. Deze rente bedraagt 7%, zodat haar schade, aldus Pharmafilter, bedraagt 7% van € 443.416 (het bedrag van de bankgarantie) = 31.039,12 per jaar. Shredx heeft de vordering betwist, allereest met het argument dat de kosten van de bankgarantie niet zijn aan te merken als schade ingevolge de beslagen omdat de beslagen zijn opgeheven en met de bankgarantie een nieuwe rechtsverhouding is ontstaan. Daarnaast stelt Shredx dat de lening al op 31 december 2015 is afgelost conform artikel 2.2 van de leningovereenkomst. Shredx betwist ook dat überhaupt onder de lening door Pharmafilter is betaald. Ten slotte acht Shredx 7% rente niet marktconform, zodat Pharmafilter niet heeft voldaan aan haar verplichting om de schade te beperken, waarbij Shredx erop wijst dat de bestuurder van de leninggever tevens commissaris en aandeelhouder is van Pharmafilter.