ECLI:NL:GHAMS:2018:2535
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Huurrecht en geluidsoverlast door parkieten in burenconflict
In deze zaak gaat het om een geschil tussen twee huurders, [appellanten], en hun verhuurder, Woningstichting Eigen Haard, over geluidsoverlast veroorzaakt door parkieten van de buurvrouw. [Appellanten] hebben in hoger beroep beroep gedaan op een vonnis van de kantonrechter dat hen in het ongelijk stelde. De kantonrechter oordeelde dat de geluidsoverlast niet aan Eigen Haard kon worden toegerekend, maar aan de buurvrouw, en dat Eigen Haard niet tekort was geschoten in haar verplichtingen. De feiten zijn als volgt: [appellanten] wonen aan [adres] en hebben herhaaldelijk geklaagd over de geluidsoverlast van de parkieten van hun buurvrouw, mevrouw [A]. Ondanks herhaalde verzoeken om bemiddeling door Eigen Haard, bleef de overlast bestaan. [Appellanten] hebben uiteindelijk een kort geding aangespannen tegen [A], wat resulteerde in een vonnis dat [A] verplichtte de volière te verwijderen. Na de verhuizing van [A] hebben [appellanten] schadevergoeding geëist van Eigen Haard, stellende dat de verhuurder niet adequaat had opgetreden tegen de overlast. Het hof oordeelt dat Eigen Haard voldoende inspanningen heeft geleverd om de situatie te verhelpen en dat de overlast niet als een gebrek in de zin van artikel 7:204 lid 2 BW kan worden aangemerkt. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de vorderingen van [appellanten] af.