ECLI:NL:GHAMS:2018:2664
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.E. Hinskens - van Neck
- M.F.J.M. de Werd
- R.P. den Otter
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voorhanden hebben vals reisdocument
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 24 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1974 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was aangeklaagd voor het voorhanden hebben van valse reisdocumenten, waaronder een Griekse nationale identiteitskaart en een Grieks nationaal rijbewijs. De tenlastelegging betrof het bezit van deze documenten in de periode van 1 januari 2012 tot en met 9 mei 2017 in Amsterdam. Tijdens de zitting in hoger beroep op 10 juli 2018 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een gevangenisstraf van twee maanden eiste. De verdachte had echter verklaard dat hij de documenten nooit had gebruikt en dat hij ze in Athene had laten maken, omdat hij dacht dat Griekse mensen meer privileges genoten. Het hof heeft de verklaringen van de verdachte beoordeeld en geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte de documenten in Nederland voorhanden had gehad. Het hof heeft daarom het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De advocaat-generaal's verzoek om schorsing van het onderzoek werd afgewezen, omdat het hof geen noodzaak zag voor verder onderzoek. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de griffier aanwezig.