Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde sub 1] ,
STRUCTURE BUILDING B.V.,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
‘(…) Nu na twee jaar kunnen we constateren dat ondanks dat je met verliesposten en winst schuift binnen je bedrijven je uit de problemen bent gekomen. Onze afspraak was dat als je uit de problemen was je de waarde zou kunnen bepalen wat mijn ondersteuning je waard is geweest. Nu ik je vraag om deze verantwoordelijkheid te nemen zeg je dit niet te kunnen bepalen. (…)’
‘als je[ [geïntimeerde sub 1] ; hof]
uit de problemen was je de waarde zou kunnen bepalen wat mijn[ [appellant] ; hof]
ondersteuning je waard is geweest.’In aanmerking genomen de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan die afspraak mochten toekennen en hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten, hebben partijen de vergoeding voor de werkzaamheden van [appellant] aldus afhankelijk gemaakt van (i) het subjectieve waardeoordeel van [geïntimeerde sub 1] , als bestuurder van Structure, met betrekking tot de werkzaamheden van eerstgenoemde en (ii) de bedrijfseconomische staat van Structure op het tijdstip van dat oordeel, die niet langer problematisch diende te zijn. Bij deze uitleg is in het bijzonder van belang dat Structure in financiële moeilijkheden verkeerde toen partijen de aangehaalde afspraak maakten, dat partijen de precieze hoogte van de vergoeding voor [appellant] destijds niet hebben bepaald en dat zij voor de vaststelling daarvan alleen de aanknopingspunten vermeld onder (i) en (ii) hebben aangeduid.
‘uit de problemen was’, [geïntimeerde sub 1] met betrekking tot de vaststelling van de hoogte van de vergoeding voor [appellant] een grote mate van vrijheid had en dat [appellant] , bekend als hij was met de afwezigheid van een vooraf vastgestelde vergoeding en met de financiële moeilijkheden van Structure, daarmee bekend was en die vrijheid ook heeft aanvaard.
‘uit de problemen was’, zoals vermeld onder 3.6 bij punt (ii), zodat een vergoedingsplicht tegenover [appellant] die meer omvat dan de hem verstrekte bouwmaterialen, pas zou kunnen bestaan als die voorwaarde is vervuld. Gelet op hetgeen hierboven is overwogen met betrekking tot de afspraak tussen partijen en de daarbij aan [geïntimeerde sub 1] toekomende grote vrijheid, kan in het midden blijven of de genoemde voorwaarde is vervuld. Zou nochtans anders worden aangenomen, dan stuit de vordering van [appellant] ook op de genoemde voorwaarde af. Volgens haar door [geïntimeerde sub 1] en Structure in eerste aanleg overgelegde jaarrekening heeft Structure in 2015 een netto verlies van € 111.086,- geleden, tegenover een netto verlies van € 90.433,- in 2014, en had Structure per 31 december 2015 schulden van € 333.330,- waartegenover activa met een gezamenlijke waarde van € 13.216,- stonden. Bij deze stand kan niet anders worden geoordeeld dan dat de bedrijfseconomische staat van Structure eind 2015, toen [appellant] betaling voor zijn werkzaamheden verzocht en waarvan hij ook in dit geding uitgaat, nog altijd problematisch was, zodat de genoemde voorwaarde voor een (verdere) vergoedingsplicht niet is vervuld. Weliswaar voert [appellant] aan, naar de kern genomen, dat de overgelegde jaarrekening geen getrouw beeld geeft van het resultaat en het vermogen van Structure en beroept hij zich in dit verband op
‘malversaties van [geïntimeerde sub 1] c.s.’, maar deze verwijten zijn dusdanig algemeen, speculatief en gebrekkig onderbouwd dat daaruit niet volgt dat Structure wel
‘uit de problemen was’. De stellingen van [appellant] wettigen alleen al hierom, ook in hoger beroep, niet de gevolgtrekking dat de desbetreffende voorwaarde is vervuld.
‘de waarde zou kunnen bepalen’van wat de ondersteuning door [appellant] hem waard was geweest. Dat deze afspraak in wezen voorziet in een eenzijdige vaststelling van de vergoeding voor [appellant] door [geïntimeerde sub 1] , leidt niet tot toepasselijkheid van het bepaalde in artikel 7:405, tweede lid, BW, alleen al omdat die bepaling zich niet tegen een dergelijke afspraak verzet.