ECLI:NL:GHAMS:2018:3392
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Effectenlease en vernietiging van leaseovereenkomsten op basis van art. 1:88/89 BW
In deze zaak, die voortvloeit uit een eerder tussenarrest van 23 december 2014, heeft het Gerechtshof Amsterdam op 18 september 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de effectenleaseovereenkomsten tussen Dexia Nederland B.V. en de geïntimeerde. De zaak betreft een beroep op vernietiging van de leaseovereenkomsten op basis van de artikelen 1:88 en 1:89 van het Burgerlijk Wetboek. Het hof heeft vastgesteld dat het bewijsvermoeden en de rekening van de geïntimeerde niet zijn ontzenuwd en heeft het beroep op verjaring afgewezen. De waardering van de uitgeleverde aandelen is aan de orde gekomen, waarbij het hof heeft geoordeeld dat de waarde van de aandelen op 28 mei 2003, de dag waarop Dexia de vernietigingsbrief ontving, € 4.446,60 bedraagt. Dit bedrag is vastgesteld op basis van de argumenten van beide partijen en de bewijsstukken die zijn overgelegd. Het hof heeft de eerdere uitspraak van de kantonrechter van 3 oktober 2012 vernietigd en heeft Dexia veroordeeld tot terugbetaling aan de geïntimeerde, verminderd met een bedrag van € 9.359,14. De wettelijke rente is vastgesteld vanaf 10 juni 2003. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Het hof heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het anders of meer gevorderde afgewezen.