In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 januari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van diefstal, waarbij hij op 5 augustus 2015 in het Oosterpark te Amsterdam de portemonnee van de aangever krachtig uit zijn hand heeft getrokken en daaruit een biljet van vijf euro heeft weggenomen. De verdachte heeft dit ontkend en stelde dat hij niet wist dat de aangever het geld niet wilde geven. Het hof heeft echter vastgesteld dat de verdachte het biljet wederrechtelijk heeft toegeëigend en dat hij het oogmerk had om dit te doen. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken. In hoger beroep heeft het hof de ernst van de daad en de omstandigheden waaronder deze is gepleegd in overweging genomen, evenals de eerdere veroordelingen van de verdachte. Het hof heeft de straf bevestigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken. Het hof heeft de beslissing gegrond op de artikelen 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.