Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 16 oktober 2017 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen verf en/of een blokkwast en/of een gloeilamp, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1] (filiaal [adres 2]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en / of vergezeld en / of gevolgd van geweld en / of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], beiden medewerkers van de [bedrijf 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en / of gemakkelijk te maken en / of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken, en / of het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en / of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit:
hij op of omstreeks 08 november 2017 te Amsterdam, althans in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een of meerdere levensmiddelen (te weten een Twix), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf [bedrijf 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Vonnis waarvan beroep
Bewezenverklaring
hij op 16 oktober 2017 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen verf en een blokkwast en een lamp toebehorende aan [bedrijf 1] (filiaal [adres 2]), welke diefstal werd gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], beiden medewerkers van de [bedrijf 1], gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit
hij op 08 november 2017 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een Twix, toebehorende aan winkelbedrijf [bedrijf 2].
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en maatregel
De verdachte heeft altijd een eigen woonruimte gehad maar is onlangs zijn woonruimte kwijtgeraakt en leeft nu op straat. Voor de verdachte is dit een besefmoment geweest en hij zoekt nu voor de eerste maal in zijn leven zelf de hulpverlening op. Waar in het verleden het beeld is ontstaan dat de verdachte niet gemotiveerd genoeg was om aan zichzelf te werken, staat hij nu wel open voor hulpverlening. Om deze hulpverlening op te kunnen starten verzoekt de raadsvrouw – met inachtneming van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht en met het oog op de openstaande zaken die binnenkort bij de rechtbank behandeld gaan worden – te volstaan met het opleggen van een voorwaardelijke gevangenisstraf.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen.
91 (eenennegentig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
€ 571,00 (vijfhonderdeenenzeventig euro)ter zake van
immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 571,00 (vijfhonderdeenenzeventig euro)als vergoeding voor
immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
11 (elf) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.