Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
[appellant 3],
[geïntimeerde 2] INTERNATIONAL B.V.,
1.Het geding in hoger beroep
-uitvoerbaar bij voorraad - de door hen ingestelde vorderingen alsnog geheel of gedeeltelijk zal toewijzen, met veroordeling van [geïntimeerden] in de kosten van beide instanties.
2.Feiten
3.De beoordeling
;hun bewijsaanbod moet worden gepasseerd. Bij het voorgaande neemt het hof in aanmerking dat in de zogenoemde Amerikaanse procedure bij het in kracht van gewijsde gegane vonnis van 20 november 2012 is geoordeeld dat vaststaat dat [geïntimeerde 1] in juli 1991 geen enkele informatie heeft ontvangen van [B] en dat [appellant 3] geen communicatie of relatie heeft (gehad) met [geïntimeerde 1] Zowel in de Amerikaanse procedure als in de onderhavige procedure zijn de vorderingen van [appellanten] opgehangen aan de door hen beweerde schending van de Letter Agreement door [B] en het profiteren van [geïntimeerden] daarvan. Uit het voorgaande volgt dat de grief faalt.
prima faciebeoordeling van de deugdelijkheid van de door [appellanten] gepretendeerde vordering plaatsgevonden. Slechts [appellanten] zijn in dit verband gehoord. Nu geen verweer is gevoerd van de zijde van [geïntimeerden] heeft er door de voorzieningenrechter slechts een zeer marginale toetsing plaatsgevonden van de deugdelijkheid van de door [appellanten] gepretendeerde vordering, waardoor bij de beoordeling of misbruik van procesrecht is gemaakt door [appellanten] geen waarde kan en mag worden gehecht aan het door de voorzieningenrechter verleende verlof.