ECLI:NL:GHAMS:2018:4214

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
25 april 2018
Publicatiedatum
19 november 2018
Zaaknummer
23-002297-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de dagvaarding in hoger beroep wegens gebrekkige betekening aan verdachte in Albanië

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 25 april 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Haarlem. De verdachte, geboren in 1985 en thans zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, had hoger beroep ingesteld tegen een eerder vonnis. De advocaat-generaal had een rechtshulpverzoek ingediend bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie, Afdeling Internationale Rechtshulp in Strafzaken (AIRS), om de dagvaarding in hoger beroep te betekenen op het adres van de verdachte in Albanië. Echter, het hof heeft vastgesteld dat er geen bewijs is dat dit rechtshulpverzoek door AIRS is doorgeleid aan de Albanese autoriteiten.

Tijdens de zitting heeft de advocaat-generaal aangegeven dat zij niet op de hoogte is of het rechtshulpverzoek daadwerkelijk is verstuurd. Aangezien er geen andere aanwijzingen zijn dat de dagvaarding op de wettelijk voorgeschreven wijze aan de verdachte is betekend, heeft het hof geoordeeld dat de dagvaarding in hoger beroep nietig is. De verdachte is niet verschenen op de terechtzitting, wat de nietigheid van de dagvaarding verder bevestigt.

Het hof heeft derhalve de dagvaarding in hoger beroep nietig verklaard, wat betekent dat de zaak niet verder kan worden behandeld. Deze beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters en de griffier aanwezig waren tijdens de openbare terechtzitting.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002297-17
datum uitspraak: 25 april 2018
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis
van de politierechter in de rechtbank Haarlem van 29 mei 2007 in de strafzaak onder parketnummer
15-820071-07 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985,
thans zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
25 april 2018.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Geldigheid van de dagvaarding in hoger beroep

Uit de door de advocaat-generaal overgelegde stukken is gebleken dat een rechtshulpverzoek, strekkende tot betekening van de dagvaarding in hoger beroep op het hierboven vermelde adres van de verdachte in Albanië, is verstuurd aan het Ministerie van Veiligheid en Justitie, Afdeling Internationale Rechtshulp in Strafzaken (hierna: AIRS). Dit rechtshulpverzoek bevat het verzoek aan AIRS de autoriteiten in Albanië te verzoeken het rechtshulpverzoek in behandeling te nemen. De advocaat-generaal heeft desgevraagd medegedeeld dat haar niet bekend is of dit rechtshulpverzoek inmiddels is verstuurd aan de Albanese autoriteiten.
Nu ook anderszins niet is gebleken dat het rechtshulpverzoek door AIRS is doorgeleid aan de Albanese autoriteiten, is het hof van oordeel dat de dagvaarding om in hoger beroep op de terechtzitting te verschijnen niet op de bij de wet voorgeschreven wijze aan de verdachte is betekend. De dagvaarding dient op grond daarvan, nu de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen, nietig te worden verklaard.

Beslissing

Het hof:
Verklaart de dagvaarding in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. F.A. Hartsuiker, mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen en mr. G.M. Boekhoudt, in tegenwoordigheid van mr. P.M. Huizenga, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 25 april 2018.