In deze zaak vorderde Boskalis de vernietiging van een arbitraal vonnis dat op 15 maart 2017 was gewezen in een geschil met de Provincie Noord-Holland over de kwaliteit van werkzaamheden aan de provinciale weg N207. Boskalis had in opdracht van de provincie werkzaamheden verricht, maar er waren gebreken geconstateerd in de vorm van vette plekken in het wegdek. De provincie stelde dat Boskalis tekortgeschoten was in haar verplichtingen en vorderde herstel. Het scheidsgerecht had in het arbitraal vonnis geoordeeld dat Boskalis aansprakelijk was voor de gebreken en had haar veroordeeld tot herstel. Boskalis ging in hoger beroep, maar het appel werd afgewezen. In de procedure voor het Gerechtshof Amsterdam voerde Boskalis aan dat het scheidsgerecht de verkeerde beoordelingsmaatstaf had toegepast door te oordelen 'als goede mannen naar billijkheid' in plaats van 'naar de regelen des rechts'. Het hof oordeelde dat het scheidsgerecht zich niet aan zijn opdracht had gehouden door de verkeerde maatstaf toe te passen, wat een ernstige schending van de arbitrale procedure inhield. Het hof schorste de procedure voor drie maanden om het scheidsgerecht in staat te stellen de fout te herstellen. De zaak benadrukt de noodzaak van correcte toepassing van beoordelingsmaatstaven in arbitrale procedures en de gevolgen van een onjuiste toepassing voor de rechtsgeldigheid van arbitraal vonnissen.