ECLI:NL:GHAMS:2018:726

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
31 januari 2018
Publicatiedatum
1 maart 2018
Zaaknummer
15/871509-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige hechtenis en vluchtgevaar in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 januari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 3 januari 2018, die een bevel tot gevangenhouding van de verdachte inhield. De verdachte, geboren in 1986 en thans verblijvende in het huis van bewaring Schiphol, had hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en heeft zowel de advocaat-generaal als de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw R.W. van Zanden, gehoord.

Het hof heeft de beschikking van de rechtbank beoordeeld en zich verenigd met de gronden waarop deze berust. Het hof heeft vastgesteld dat er ernstige bezwaren zijn tegen de verdachte, en dat de 12-jaarsgrond aanwezig is, aangezien de wettelijke omschrijving van het feit een gevangenisstraf van twaalf jaren of meer kan opleggen. Het hof heeft ook het vluchtgevaar van de verdachte in overweging genomen, aangezien hij na het incident plotseling naar het buitenland is vertrokken en daar uiteindelijk is aangehouden, na een periode van onvindbaarheid voor justitie en politie.

Het hof heeft het verzoek van de verdachte tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen, omdat er sprake is van een zeer ernstig feit en een geschokte rechtsorde. Het hof concludeert dat er geen zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden zijn die een schorsing rechtvaardigen. De beslissing van het hof is dat het beroep tegen de bestreden beschikking wordt afgewezen, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.

Uitspraak

15/871509-17
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1986,
wonende te [adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring Schiphol te Badhoevedorp,
tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 3 januari 2018, voor zover houdende bevel tot zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem van 5 januari 2018, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beschikking van die rechtbank.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsvrouw R.W. van Zanden.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en de gronden waarop deze berust.
Het hof sluit zich voor wat betreft de motivering van de ernstige bezwaren aan bij hetgeen de rechtbank heeft overwogen in het bevel gevangenhouding. Daarnaast overweegt het hof het volgende.
Het hof acht de 12-jaarsgrond aanwezig, nu op het op de vordering inbewaringstelling genoemde feit naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van twaalf jaren of meer is gesteld.
Met betrekking tot het vluchtgevaar overweegt het hof dat de verdachte na het incident plotseling voor langere tijd is vertrokken naar het buitenland – waar hij uiteindelijk is aangehouden – na langere tijd onvindbaar te zijn geweest voor justitie en politie.
In de gegeven omstandigheden doet een situatie zoals bedoeld in artikel 67a, derde lid, Wetboek van Strafvordering zich thans niet voor.
Met betrekking tot het door de verdachte mondeling gedane verzoek tot schorsing overweegt het hof dat er sprake is van een zeer ernstig feit en een geschokte rechtsorde. Onder die omstandigheden kan van een schorsing alleen sprake zijn als zich zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden voordoen. Daarvan is niet gebleken. Om die reden zal het hof het verzoek van de verdachte afwijzen.
15/871509-17

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
WIJST AF het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Deze beschikking is gegeven op 31 januari 2018 in raadkamer van dit hof door
mr. F.A. Hartsuiker, voorzitter,
mrs. J.J.I. de Jong en M. Senden, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. D. Boessenkool als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 31 januari 2018,
de advocaat-generaal