Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in het hoger beroep
Tenlasteleggingen
hij op of omstreeks 13 oktober 2016 in de gemeente Amsterdam, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , heeft gedwongen tot de afgifte van een onbekend aantal plakken met 2 Euro munten, in elk geval van enig goed/geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan de [bedrijf 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte,
hij op of omstreeks 13 oktober 2016 in de gemeente Amsterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , te dwingen tot de afgifte van geld, in elk geval van enig goed/geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan de [bedrijf 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
hij op of omstreeks 13 oktober 2016 in de gemeente Amsterdam een wapen van categorie III, te weten een (getransformeerd) vuurwapen, merk Ekol (maar voorzien van de 'valse' merkaanduiding Zastava), model Tuna met kaliber 6.35 Browning (oorspronkelijk 8 mm PAK) en/of munitie van categorie III, te weten 7 patronen, merk Prvi Partizan en Sellier&Bellot, kaliber 6.35 mm Browning, voorhanden heeft gehad;
hij op of omstreeks 20 juni 2016 in de gemeente Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen 9.875,- Euro, in elk geval enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 2] drogisterijen (Ahold), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en / of vergezeld en / of gevolgd van geweld en / of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en / of gemakkelijk te maken en / of bij betrapping op heterdaad aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken, en / of het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en / of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte,
hij op of omstreeks 20 juni 2016 in de gemeente Amsterdam opzettelijk [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en / of beroofd gehouden, door
hij op of omstreeks 20 juni 2016 in de gemeente Amsterdam een of meer wapens van categorie II of III, te weten een vuurwapen, en/of munitie van categorie II of III, voorhanden heeft gehad.
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak van het in zaak B onder 3 ten laste gelegde
Bewijsoverwegingen ten aanzien het in zaak B onder 1 en 2 ten laste gelegde
(i) De verdachte heeft bij de overval op het filiaal van de ING-bank een klein formaat pistool gebruikt, waarvan het gedeelte dat zichtbaar is wanneer het in de hand wordt gehouden, zilverkleurig is, terwijl op dat zichtbare gedeelte duidelijk is vermeld “ZASTAVA CAL. 6.35” en daarop een figuur zichtbaar is waarvan niet uitgesloten is dat iemand daarin een “M” ziet. De dader van de overval op het filiaal van [bedrijf 2] heeft gebruik gemaakt van een klein formaat pistool, waarvan het gedeelte dat zichtbaar is wanneer het in de hand wordt gehouden, zilverkleurig is, terwijl een van de slachtoffers van deze overval heeft verklaard dat zij dacht dat er een “M” en een “6” op stonden;
(ii) De dader van de overval op het filiaal van [bedrijf 2], wiens postuur overeenkomt met dat van de verdachte, loopt en staat enigszins wijdbeens en met de voorkant van zijn voeten naar buiten gedraaid, net als de verdachte, zo heeft het hof waargenomen bij vergelijking van de camerabeelden van beide overvallen;
(iii) De dader van de overval op het filiaal van [bedrijf 2] draagt, net als de verdachte bij de overval op het filiaal van de ING-bank, zo heeft het hof waargenomen op de camerabeelden van beide overvallen, zwarte handschoenen met daarop op de rechterhandschoen ter hoogte, en in het verlengde, van de ringvinger een lichtkleurige streep, mogelijk een rits of een merkteken.
Bewezenverklaring
hij op 13 oktober 2016 in de gemeente Amsterdam, met het oogmerk zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van plakken met 2-euro-munten, toebehorende aan [bedrijf 1] , welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte:
hij op 13 oktober 2016 in de gemeente Amsterdam een wapen van categorie III, te weten een (getransformeerd) vuurwapen, merk Ekol (maar voorzien van de 'valse' merkaanduiding Zastava), model Tuna met kaliber 6.35 Browning (oorspronkelijk 8 mm PAK), en
hij op 20 juni 2016 in de gemeente Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen 9.875 euro, toebehorende aan [bedrijf 2] drogisterijen, welke diefstal werd voorafgegaan van geweld en bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte:
hij op 20 juni 2016 in de gemeente Amsterdam opzettelijk [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd, door
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en maatregel
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
- de omstandigheden dat de benadeelde partij, aan wie een vuurwapen is getoond en die onder bedreiging daarvan tijdens de overval heeft moeten knielen, is gediagnostiseerd met een posttraumatisch stresssyndroom (PTSS), hij zich daarvoor onder gedragskundige behandeling heeft moeten stellen, hij kampt met (angst)klachten die zich op velerlei terrein voordoen, hij langdurig arbeidsongeschikt is geweest en zijn carrièrepad noodgedwongen een andere wending heeft genomen;
- de schadevergoeding die in vergelijkbare gevallen door rechters wordt toegekend.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
- de omstandigheden dat de benadeelde partij – die, nadat de politie tijdens de overval ter plaatse was gekomen door de verdachte is meegevoerd naar buiten, terwijl hem een vuurwapen tegen de nek werd gehouden – is gediagnostiseerd met een posttraumatisch stresssyndroom (PTSS), hij zich daarvoor onder langdurige behandeling heeft moeten stellen, hij kampt met nachtmerries alsmede met angst- en spanningsklachten die zich op velerlei terrein voordoen, en hij niet langer in staat is zijn werk als adviseur in de frontoffice uit te voeren en een functie in de backoffice heeft moeten accepteren;
- de schadevergoeding die in vergelijkbare gevallen door rechters wordt toegekend.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6]
- de omstandigheden dat de benadeelde partij – aan wie tijdens de overval door de verdachte een (nep)vuurwapen is getoond, ten overstaan van wie dat wapen is doorgeladen, die al liggend op de grond vastgebonden is geweest en door de verdachte tegen de rug is getrapt – is gediagnostiseerd met een posttraumatisch stresssyndroom (PTSS), hij zich daarvoor onder behandeling heeft moeten stellen, hij heeft gekampt met slaapproblemen en somatische klachten, en hij zijn werkzaamheden slechts in een ander filiaal (van [bedrijf 2]) heeft kunnen hervatten;
- de schadevergoeding die in vergelijkbare gevallen door rechters wordt toegekend.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 5]
- de omstandigheden dat de benadeelde partij – aan wie tijdens de overval door de verdachte een (nep)vuurwapen is getoond, ten overstaan van wie dat vuurwapen is doorgeladen en wier handen met ducttape vastgebonden zijn geweest terwijl zij met het gezicht naar de muur moest zitten – is gediagnostiseerd met een posttraumatisch stresssyndroom (PTSS), zij zich daarvoor onder behandeling heeft moeten stellen, zij heeft gekampt met angstklachten en slapeloosheid en zij tot twee maal toe is uitgevallen van haar werk in verband met opgetreden arbeidsongeschiktheid;
- de schadevergoeding die in vergelijkbare gevallen door rechters wordt toegekend.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) jaren.
onttrekking aan het verkeervan het inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
teruggaveaan de verdachte van de inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een sleutel (5269657)
- een pet (5269584)
- een handschoen (5269588)
- een blouse (5269592)
- een jas (5269598).
.
€ 5.403,25 (vijfduizend vierhonderddrie euro en vijfentwintig cent)bestaande uit € 403,25 (vierhonderddrie euro en vijfentwintig cent) materiële schade en € 5.000 (vijfduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2016 tot aan de dag der voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
62 (tweeënzestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 5.302,92 (vijfduizend driehonderdtwee euro en tweeënnegentig cent) bestaande uit € 302,92 (driehonderdtwee euro en tweeënnegentig cent) aan materiële schade en € 5.000 (vijfduizend euro) aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2016 tot aan de dag der voldoening.
€ 1.158 (duizend honderdachtenvijftig euro).
€ 5.302,92 (vijfduizend driehonderdtwee euro en tweeënnegentig cent)bestaande uit € 302,92 (driehonderdtwee euro en tweeënnegentig cent) aan materiële schade en € 5.000 (vijfduizend euro) aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2016 tot aan de dag der voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
61 (eenenzestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 1.785 (duizend zevenhonderdvijfentachtig euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2016 tot aan de dag der voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
27 (zevenentwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 8.000 (achtduizend euro)ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2016 tot aan de dag der voldoening.
€ 8.000 (achtduizend euro)als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2016 tot aan de dag der voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
75 (vijfenzeventig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 2.700 (tweeduizend zevenhonderd euro)ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 juni 2016 tot aan de dag der voldoening.
€ 2.700 (tweeduizend zevenhonderd euro)als vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 juni 2016 tot aan de dag der voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
37 (zevenendertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 3.253,24 (drieduizend tweehonderddrieënvijftig euro en vierentwintig cent)bestaande uit € 553,24 (vijfhonderddrieënvijftig euro en vierentwintig cent) aan materiële schade en € 2.700 (tweeduizend zevenhonderd euro) aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 juni 2016 tot aan de dag der voldoening.
€ 20 (twintig euro).
€ 3.253,24 (drieduizend tweehonderddrieënvijftig euro en vierentwintig cent)bestaande uit € 553,24 (vijfhonderddrieënzeventig euro en vierentwintig cent) materiële schade en € 2.700,00 (tweeduizend zevenhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 juni 2016 tot aan de dag der voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
42 (tweeënveertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.