Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Aanvulling bewijsvoering
Een proces-verbaal van 4 juli 2018, opgemaakt door mr. R.A.F. Gerding, raadsheer-commissaris belast met de behandeling van strafzaken van het gerechtshof Amsterdam (ongenummerd).
getuige [benadeelde 2]:
U vraagt mij wat ik bedoel met: ‘Ik voelde een loop in de rug’.
Dat was vanwege de vorm en de hardheid. Hij had zijn hand in zijn zak en daarmee duwde hij het voorwerp in mijn rug.
Een proces-verbaal van 4 juli 2018, opgemaakt door mr. R.A.F. Gerding, raadsheer-commissaris belast met de behandeling van strafzaken van het gerechtshof Amsterdam (ongenummerd).
getuige [getuige]:
het hof begrijpt hier en verder: de verdachte] iets in zijn handen?
het hof begrijpt hier en verder: [benadeelde 2]].
Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2017072465-5 van 6 april 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] (doorgenummerde pagina’s 1001 tot en met 1003)
als mededeling van de verbalisanten of één van hen:
het hof begrijpt: de zojuist genoemde man] op 6 april 2017 te 12.52 uur aangehouden.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
namensDe benadeelde partij is in zoverre ontvankelijk in de vordering.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
€ 5.973,42 (vijfduizend negenhonderddrieënzeventig euro en tweeënveertig cent)ter zake van materiële schade
,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 5.973,42 (vijfduizend negenhonderddrieënzeventig euro en tweeënveertig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
64 (vierenzestig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 3.278,54 (drieduizend tweehonderd achtenzeventig euro en vierenvijftig cent)bestaande uit
€ 528,54 (vijfhonderdachtentwintig euro en vierenvijftig cent)aan materiële schade en
€ 2.750,00 (tweeduizend zevenhonderd en vijftig euro)aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdata tot aan de dag der voldoening.
€ 3.278,54 (drieduizend tweehonderdachtenzeventig euro en vierenvijftig cent) bestaande uit € 528,54 (vijfhonderdachtentwintig euro en vierenvijftig cent) aan materiële schade en € 2.750,00 (tweeduizend zevenhonderdvijftig euro) aan immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
42 (tweeënveertig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdata tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.