Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
Tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 23 april 2016 tot en met 24 april 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of (een of meer) van zijn mededader(s), voornoemde [slachtoffer] (telefonisch) gevraagd naar een woning (gelegen aan [adres 2]) te komen en/of (toen voornoemde [slachtoffer] in de woning aanwezig was) de deur van die woning op slot gedaan (waardoor voornoemde [slachtoffer] de woning niet kon verlaten) en/of voornoemde [slachtoffer] in die woning eenmaal of meermalen in/op/tegen het gezicht en/of de rug en/of buik en/of ribben en/of handen, in elk geval tegen het lichaam geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of getrapt en/of gezegd dat hij, [slachtoffer], niet weg mocht, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel (meerdere kneuzingen in het aangezicht en/of een breuk aan binnenzijde oogkas en/of een breuk in het jukbeen en/of kneuzingen aan de ribben en/of beschadigingen aan de oogspieren en/of oogkassen) heeft bekomen;
hij in of omstreeks de periode van 23 april 2016 tot en met 24 april 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten meerdere kneuzingen in het aangezicht en/of een breuk aan de binnenzijde van de oogkas en/of een breuk in het jukbeen en/of kneuzingen aan de ribben, heeft/hebben toegebracht, door voornoemde [slachtoffer] eenmaal of meermalen in/op/tegen het gezicht en/of de rug en/of buik en/of ribben en/of handen te schoppen en/of te trappen en/of te slaan en/of te stompen en/of door zout in de mond en neus te strooien/stoppen;
hij in of omstreeks de periode van 23 april 2016 tot en met 24 april 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, [slachtoffer] heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer] eenmaal of meermalen in/op/tegen het gezicht en/of de rug en/of buik en/of ribben en/of handen te slaan en/of te stompen en/of te schoppen en/of te trappen en/of door zout in de mond en/of neus te strooien/stoppen, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel (meerdere kneuzingen in het aangezicht en/of een breuk aan de binnenzijde van de oogkas en/of een breuk in het jukbeen en/of kneuzingen aan de ribben), althans enig lichamelijk letsel, heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Vonnis waarvan beroep
Bewezenverklaring en bewijsoverwegingen
hij in de periode van 23 april 2016 tot en met 24 april 2016 te Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, immers hebben hij, verdachte, en zijn mededaders, toen [slachtoffer] in de woning aan de [adres 2] aanwezig was, de deur van die woning op slot gedaan en [slachtoffer] in die woning meermalen in/op het gezicht en de rug en buik en ribben en handen geslagen en geschopt en gezegd dat hij, [slachtoffer], niet weg mocht, ten gevolge waarvan [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel, te weten meerdere kneuzingen in het aangezicht en een breuk aan de binnenzijde van de oogkas en een breuk in het jukbeen en kneuzingen aan een rib heeft bekomen.
hij in de periode van 23 april 2016 tot en met 24 april 2016 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten meerdere kneuzingen in het aangezicht en een breuk aan de binnenzijde van de oogkas en een breuk in het jukbeen en kneuzingen aan een rib, heeft toegebracht door [slachtoffer] meermalen in/op het gezicht en de rug en buik en rib en handen te schoppen en te slaan.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] en de schadevergoedingsmaatregel
immateriëleschade heeft geleden, gelet op de onderbouwde stellingen van de benadeelde partij die door of namens de verdachte niet zijn betwist. Het hof zal de omvang van de immateriële schade op de voet van artikel 6:106 BW naar billijkheid, overeenkomstig het door de benadeelde partij gevorderde bedrag, schatten op € 5.000,00. Daarbij is in het bijzonder gelet op de aard en de ernst van de letsels die de benadeelde partij ten gevolge van het incident heeft opgelopen, de omstandigheden dat de benadeelde partij hiervoor moest worden opgenomen in het ziekenhuis, langere tijd heeft moeten revalideren en – ook thans nog – bang is de verdachte en zijn mededaders tegen te komen, alsmede de schadevergoeding die in vergelijkbare gevallen door rechters is toegekend.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden.
18 (achttien) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
- zich binnen vijf werkdagen meldt bij de Reclassering Leger des Heils op het adres [adres 3] en zich daar blijft melden zo frequent en zo lang die instantie dit noodzakelijk acht, en zich houdt aan de aanwijzingen die hem door of namens die instelling zullen worden gegeven;
- verblijft in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang te weten De Noordkaap te [plaats] of een soortgelijke instelling, zulks ter beoordeling van de reclassering, en zich houdt aan de aanwijzingen (onder andere ten aanzien van de huisregels en het (dag)programma)) van deze voorziening, zolang deze instantie dit noodzakelijk acht;
- zich (ambulant) laat behandelen door De Waag [plaats] of een soortgelijke instelling, te bepalen door de reclassering, gedurende de proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
- meewerkt aan het aflossen van schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet schuldsanering natuurlijke personen, waarbij hij de reclassering inzicht dient te geven in zijn financiën.
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 dagen hechtenis.
€ 5.250,00 (vijfduizend en tweehonderdvijftig euro)bestaande uit € 250,00 (tweehonderdvijftig euro) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk aansprakelijk is,
vermeerderd met de wettelijke rentevanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 5.250,00 (vijfduizend en tweehonderdvijftig euro)bestaande uit € 250,00 (tweehonderdvijftig euro) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 61 (eenenzestig) dagen hechtenis,
vermeerderd met de wettelijke rentevanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.