In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 22 maart 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 12 oktober 2018. De verdachte, die in Nederland gedetineerd is, was eerder veroordeeld voor vermogensdelicten en had zich schuldig gemaakt aan twee winkeldiefstallen. De rechtbank had de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD) voor de duur van twee jaren opgelegd. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis zou bevestigen, terwijl de raadsman van de verdachte verzocht om een gevangenisstraf gelijk aan de tijd in voorarrest of een voorwaardelijke ISD-maatregel. Het hof heeft de omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, waaronder het feit dat hij geen rechten in Nederland had opgebouwd en dat zijn verblijf in Nederland onrechtmatig was. Het hof heeft geconcludeerd dat een onvoorwaardelijke ISD-maatregel niet meer passend was en heeft in plaats daarvan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken opgelegd, met een voorwaardelijke ISD-maatregel. Het hof heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke gevangenisstraf afgewezen, gezien de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Het arrest is uitgesproken in het openbaar en de verdachte is op de hoogte gesteld van zijn recht om beroep in cassatie in te stellen.