Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vordering advocaat-generaal
Vonnis waarvan beroep
Aanvulling van gronden
[slachtoffer]:
Gerechtshof Amsterdam
Op 5 april 2019 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 6 oktober 2017 was gewezen. De zaak betreft een poging tot diefstal waarbij de verdachte, geboren in Marokko in 1989, betrokken was. De verdachte was op het moment van de uitspraak gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Nieuwegein. Het hof heeft de zaak behandeld op basis van het onderzoek ter terechtzitting op 10 augustus 2018 en 22 maart 2019, en heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, met aanvulling van gronden.
De advocaat-generaal had in de zitting van 10 augustus 2018 gevorderd dat de verdachte vrijgesproken zou worden van het primair tenlastegelegde, maar voor het subsidiair ten laste gelegde een gevangenisstraf van twee maanden zou worden opgelegd, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest had doorgebracht. Het hof heeft zich verenigd met het vonnis waarvan beroep en de gronden waarop het berust, maar heeft de bewijsmiddelen die door de politierechter waren opgesomd vervangen door nieuwe bewijsmiddelen.
De zaak kwam voort uit een incident op 23 september 2017, waarbij de verdachte en een medeverdachte betrokken waren bij een poging tot diefstal van een telefoon uit de jaszak van een slachtoffer. De verklaringen van de verbalisanten en het slachtoffer zijn in de beoordeling meegenomen. De verdediging had verzocht om het horen van getuigen, maar dit verzoek werd door het hof afgewezen, omdat het hof zich voldoende voorgelicht achtte. Uiteindelijk bevestigde het hof het vonnis van de politierechter, met inachtneming van de aangevoerde gronden.