ECLI:NL:GHAMS:2019:1377

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 april 2019
Publicatiedatum
23 april 2019
Zaaknummer
23-003001-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis in hoger beroep inzake diefstal met geweld en gewapende overval

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 10 augustus 2018. De verdachte, geboren in Litouwen en thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Zaanstad, heeft zich samen met een mededader schuldig gemaakt aan diefstal met geweld en een gewapende overval. Tijdens de overval op een parfumeriewinkel werd de aangever bedreigd met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en onderging hij fysiek geweld. De verdachte heeft in hoger beroep zijn spijt betuigd en verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden, maar het hof oordeelt dat dit geen aanleiding geeft voor een lagere straf. De advocaat-generaal had een gevangenisstraf van 48 maanden geëist, waarvan 8 maanden voorwaardelijk. Het hof bevestigt het vonnis van de rechtbank, met enkele verbeteringen in de strafmotivering. De beslissing van het hof is genomen na onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 5 april 2019, waarbij het hof kennis heeft genomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsman.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003001-18
datum uitspraak: 19 april 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 10 augustus 2018 in de strafzaak onder parketnummer 15-871257-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Litouwen) op [geboortedag] 1992,
adres: [adres],
thans gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Zaanstad te Westzaan.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 5 april 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 (diefstal met geweld), 2 en 3 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof de strafmotivering deels verbeterd zal lezen zoals hierna opgenomen en de strafmotivering voorts met een korte overweging zal aanvullen.

Verbeterde overweging “6.3 Oordeel van de rechtbank” (pagina 4 van het vonnis )

In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich samen met zijn mededader schuldig gemaakt aan de diefstal van een VW Golf middels een valse sleutel. Met deze gestolen auto is verdachte samen met zijn mededader enkele weken later naar een parfumeriewinkel gereden en hebben zij samen aldaar een gewapende overval gepleegd. Voor die tijd hebben zij, nadat zij deze winkel tevoren hebben geobserveerd, samen besproken dat zij deze winkel zouden gaan overvallen.
Met een op een echt vuurwapen gelijkend voorwerp, tie-wraps en duct-tape is
de verdachtede winkel ingegaan terwijl
de medeverdachtebij de ingang van de winkel bleef staan. Aangever is in de winkel door
de verdachtemet dit op een vuurwapen gelijkend voorwerp bedreigd.
Dit voorwerp is op hem gericht en hij werd gedwongen op de grond te gaan liggen. Er is in de winkel een worsteling ontstaan tussen aangever en de
verdachte.
De medeverdachte, die inmiddels ook de winkel was binnengegaan, en
verdachtehebben tape op de mond van aangever gedaan teneinde ervoor te zorgen dat hij niet om hulp zou roepen en hebben voorts getracht de benen en armen van aangever vast te tapen
.
De verdachteheeft hierbij aangever met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in het gezicht geslagen waarbij aangever letsel heeft opgelopen. Bij de overval is een geldbedrag en een grote hoeveelheid parfum gestolen.

Aanvullende strafmotivering

De verdachte heeft voorafgaand aan de terechtzitting in eerste aanleg per brief zijn excuses aangeboden aan het slachtoffer en hij heeft die op de terechtzitting herhaald. Ook in hoger beroep heeft de verdachte zijn spijt betuigd en heeft hij verantwoordelijkheid genomen voor de gepleegde strafbare feiten.
Anders dan door de raadsman bepleit ziet het hof hierin evenwel geen aanleiding om een lagere straf op te leggen, nu deze proceshouding van de verdachte naar het oordeel van het hof moet worden aangemerkt reeds in de door de rechtbank bepaalde straf te zijn verdisconteerd.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M. Iedema, mr. M.F.J.M. de Werd en mr. M.J.A. Duker, in tegenwoordigheid van mr. S.M. Schouten, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 19 april 2019.
mr. Duker is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]