ECLI:NL:GHAMS:2019:1405

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 april 2019
Publicatiedatum
24 april 2019
Zaaknummer
23-002452-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot aanhouding wegens ziekte van de verdachte in hoger beroep

Op 9 april 2019 vond een openbare terechtzitting plaats in de meervoudige strafkamer van het Gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft een hoger beroep waarbij de verdachte, geboren in 1950 in Suriname, niet aanwezig was. Zijn raadsvrouw, mr. A. Leibbrand, was wel aanwezig en deed namens de verdachte een verzoek tot aanhouding van de behandeling van de strafzaak. De reden voor het verzoek was dat de verdachte zware griep had en daardoor niet kon verschijnen, maar hij wilde wel gebruik maken van zijn aanwezigheidsrecht. De advocaat-generaal, mr. W.H.J. Freijsen, gaf aan zich niet te verzetten tegen het aanhoudingsverzoek. Na beraad heeft het hof besloten het verzoek te honoreren en de zaak te schorsen tot de volgende zitting op 28 juni 2019 om 10:30 uur. Dit proces-verbaal is vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de griffier.

Uitspraak

Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van de meervoudige strafkamer van dit gerechtshof op 9 april 2019.
Tegenwoordig zijn:
mr. S. Clement, voorzitter,
mr. A.M.P. Geelhoed en mr. S.M.M. Bordenga, leden,
mr. L. van Dijk, griffier.
Het openbaar ministerie wordt vertegenwoordigd door mr. W.H.J. Freijsen, advocaat-generaal.
De voorzitter doet de zaak tegen de hierna te noemen verdachte uitroepen.
De verdachte, gedagvaard als

[verdachte],

geboren te distrikt Suriname (Suriname) op [geboortedag] 1950,
adres: [adres],
is niet verschenen.
Als raadsvrouw van de verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. A. Leibbrand, advocaat te Heerhugowaard, die desgevraagd meedeelt dat de verdachte op de hoogte is van de zitting en
dat zij uitdrukkelijk is gemachtigd als raadsvrouw de verdachte te verdedigen.
De raadsvrouw deelt mee:
Ik doe een verzoek tot aanhouding van de behandeling van de strafzaak. De verdachte heeft mij zojuist gebeld met de mededeling dat hij zware griep heeft en daardoor niet aanwezig kan zijn. Hij wil wel gebruik maken van zijn aanwezigheidsrecht.
Ik kan uw hof namens de verdachte meedelen dat het hoger beroep slechts ziet op de hoogte
van de opgelegde straf.
De advocaat-generaal geeft aan zich niet te verzetten tegen inwilliging van het aanhoudingsverzoek.
Het hof onderbreekt bij monde van de voorzitter het onderzoek ter terechtzitting voor beraad.
Na hervatting deelt de voorzitter als beslissing van het hof mee:
  • dat het aanhoudingsverzoek wordt gehonoreerd, en
  • dat het onderzoek wordt geschorst tot de terechtzitting van
met bevel tot oproeping van de verdachte en zijn raadsvrouw tegen die dag en dat tijdstip.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.
Noot: Voor de behandeling van onderhavige zaak op de volgende zitting dienen
30 minutente worden gereserveerd.