ECLI:NL:GHAMS:2019:1623

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 mei 2019
Publicatiedatum
14 mei 2019
Zaaknummer
23-001063-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake diefstal van een racefiets met toepassing van artikel 9a Sr

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1968 en thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Zaanstad, was beschuldigd van diefstal van een racefiets in de periode van 12 tot en met 13 november 2017 te Amsterdam. De tenlastelegging omvatte zowel de diefstal zelf als het verwerven van een door misdrijf verkregen goed. Het hof heeft de zaak behandeld op basis van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep en de eerdere zitting in eerste aanleg.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte de racefiets heeft weggenomen door middel van braak op het slot. De verdachte heeft in hoger beroep een bekennende verklaring afgelegd, wat het hof heeft meegenomen in zijn beoordeling. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat het tot een andere beslissing kwam. Het hof achtte het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, maar sprak de verdachte vrij van andere tenlastegelegde feiten.

Bij de strafbaarheid van de verdachte heeft het hof in aanmerking genomen dat hij eerder is veroordeeld voor diefstal en momenteel in een inrichting voor stelselmatige daders verblijft, waar hij een behandeling ondergaat die positief lijkt te zijn. Gezien de omstandigheden heeft het hof besloten om geen straf of maatregel op te leggen, met toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht. Het hof heeft tevens bepaald dat de in beslag genomen fiets moet worden teruggegeven aan de rechthebbende.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-001063-18
Datum uitspraak: 14 mei 2019
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 13 maart 2018 in de strafzaak onder parketnummer 13-252512-17 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1968,
adres: [adres],
thans uit anderen hoofde gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Zaanstad te Westzaan.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
30 april 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
primair
hij in of omstreeks de periode van 12 november 2017 tot en met 13 november 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een (race)fiets (merk onbekend, type Fixed Gear), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, waarbij hij, verdachte, die weg te nemen (race)fiets onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak op en/of verbreking van een of meerdere slot(en) op/aan voornoemde (race)fiets;
subsidiair
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 12 november 2017 tot en met 13 november 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een (race)fiets (merk onbekend, type Fixed Gear) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter en bij zijn beoordeling van de bewijsvraag acht heeft geslagen op de ter terechtzitting in hoger beroep afgelegde bekennende verklaring van de verdachte.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 12 november 2017 tot en met 13 november 2017 te Amsterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een racefiets, merk onbekend, type Fixed Gear, toebehorende aan [slachtoffer], waarbij hij, verdachte, die weg te nemen racefiets onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking van een slot aan voornoemde racefiets.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het primair bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het primair bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht

De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie weken.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte schuldig zal worden verklaard zonder oplegging van straf of maatregel.
Het hof heeft in hoger beroep de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van de verdachte in aanmerking genomen. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal van een racefiets door middel van verbreking van het slot. Fietsendiefstal veroorzaakt hinder, schade en ergernis voor de benadeelde. Door aldus te handelen heeft de verdachte er blijk van gegeven geen respect te hebben voor de eigendomsrechten van een ander. Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 10 april 2019 is hij vele malen eerder wegens diefstal veroordeeld. Het voorgaande rechtvaardigt in beginsel de oplegging van een gevangenisstraf. Gelet op de hierna te bespreken persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zal het hof hiertoe echter niet overgaan.
Ter terechtzitting in hoger beroep en uit de Justitiële Documentatie is gebleken dat aan de verdachte de maatregel van ISD is opgelegd en dat de verdachte momenteel in een inrichting voor stelselmatige daders verblijft voor de duur van twee jaren. In het kader van deze ISD-maatregel ondergaat de verdachte een behandeling die een positief effect op hem lijkt te hebben. Het hof heeft geconstateerd dat het onderhavige feit is gepleegd voordat genoemde maatregel voor soortgelijke feiten is opgelegd zodat zich een situatie voordoet als bedoeld in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht. Het hof acht het voorts onwenselijk de verdachte na afronding van zijn ISD-traject te confronteren met een strafrechtelijke sanctie in deze zaak.
In verband met het voorgaande acht het hof het raadzaam met toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht te bepalen dat geen straf of maatregel wordt opgelegd.

Beslissing omtrent beslag

Het in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp, te weten een fiets, dient te worden geretourneerd aan de rechthebbende [slachtoffer].

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Bepaalt dat ter zake van het bewezen verklaarde geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Gelast de
teruggaveaan [slachtoffer] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
1 STK Fiets Heren (beslagnummer 5483064).
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. F.M.D. Aardema, mr. A.E. Kleene-Krom en mr. M.A.H. van Dalen-van Bekkum, in tegenwoordigheid van S. den Hartog, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 14 mei 2019.
mr. M.A.H. van Dalen-van Bekkum is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
[.......]
.