ECLI:NL:GHAMS:2019:1877

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 mei 2019
Publicatiedatum
13 juni 2019
Zaaknummer
23-000220-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanhoudingsverzoek voor reclasseringsrapport in hoger beroep

Op 7 mei 2019 vond de openbare terechtzitting plaats in de meervoudige strafkamer van het Gerechtshof Amsterdam, waar de zaak van de verdachte werd behandeld. De verdachte, geboren in 1978 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, was aanwezig en werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. S. Ettalhaoui. De advocaat-generaal, mr. A.C. Bijlsma, vertegenwoordigde het openbaar ministerie. De verdachte had hoger beroep ingesteld en gaf aan bezwaren te hebben tegen de bewezenverklaring en de strafmaat. De raadsman verzocht om aanhouding van de zaak voor het opstellen van een reclasseringsrapport, omdat de verdachte een lang strafblad heeft en middelenafhankelijk is. Hij had recent zijn woning in Zaandam moeten verlaten en had hulp nodig.

De voorzitter van de rechtbank vroeg de verdachte naar zijn voorlopige hechtenis en of er eerder gesproken was over een reclasseringsrapport. De verdachte gaf aan dat hij destijds niet bereikbaar was voor de reclassering. De advocaat-generaal merkte op dat er een rapport uit 2014 was en dat aanvragen voor een reclasseringsrapport die korter dan tien weken voor de zitting worden gedaan, worden afgewezen. Ondanks het ontbreken van een vaste woon- of verblijfplaats, verzet de advocaat-generaal zich niet tegen het aanhoudingsverzoek.

Na beraad in raadkamer besloot het hof om een reclasseringsrapport op te laten stellen en de zaak voor onbepaalde tijd te schorsen. De voorzitter benadrukte dat de verdachte zijn nieuwe telefoonnummer aan de reclassering moet doorgeven en dat contact via de raadsman kan verlopen als de verdachte niet bereikbaar is. De zaak zal zo mogelijk in september of oktober opnieuw worden behandeld.

Uitspraak

Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van de meervoudige strafkamer van dit gerechtshof op 7 mei 2019.
Tegenwoordig zijn:
mr. G. Oldekamp, voorzitter,
mr. C.N. Dalebout en mr. J.J.I. de Jong, leden,
C.N. Aalders, griffier.
Het openbaar ministerie wordt vertegenwoordigd door mr. A.C. Bijlsma, advocaat-generaal.
De voorzitter doet de zaak tegen de hierna te noemen verdachte uitroepen.
De verdachte, ter terechtzitting verschenen, antwoordt op vragen van de voorzitter te zijn:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1978,
thans zonder vaste woon- of verblijfplaats.
Als raadsman van de verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. S. Ettalhaoui, advocaat te Amsterdam.
De voorzitter vermaant de verdachte oplettend te zijn op hetgeen hij zal horen en wijst erop dat hij niet tot antwoorden verplicht is.
De advocaat-generaal draagt de zaak voor.
De verdachte, die hoger beroep heeft ingesteld, wordt in de gelegenheid gesteld mondeling de bezwaren tegen het vonnis op te geven. De raadsman antwoordt dat het om de bewezenverklaring en de strafmaat gaat.

De raadsman voert het woord als volgt:

Ik verzoek u de zaak aan te houden voor het laten opmaken van een reclasseringsrapport. Mijn cliënt heeft een lang strafblad en is veelvuldig gerecidiveerd. Hij heeft op het moment geen vaste woon- of verblijfplaats. Recentelijk heeft mijn cliënt namelijk zijn woning in Zaandam moeten verlaten wegens achterstallige huur en het telen van hennep in het pand. Tevens is mijn cliënt middelenafhankelijk. Kortom, mijn cliënt heeft hulp nodig. Kijkend naar de justitiële documentatie van mijn cliënt komt hij soms jarenlang niet in aanraking met justitie, indien hij methadon verstrekt krijgt. Sinds zijn relatie is verbroken is het bergafwaarts met hem gegaan. Hij wil graag de ISD in. De reclassering kan zich uitlaten over een eventuele meldplicht, over een mogelijke klinische opname, en over de mogelijkheden voor begeleid wonen. Mijn cliënt is dan wel zonder vaste woon-of verblijfplaats, telefonisch kan ik mijn cliënt altijd bereiken. De reclassering mag via mijn kantoor contact opnemen.
De
voorzitterhoudt voor dat de verdachte van 17 februari 2019 tot 18 maart 2019 in voorlopige hechtenis heeft verbleven en vraagt aan de verdachte of er toen is gesproken over het opstellen van een reclasseringsrapport.

De verdachte reageert als volgt:

Een paar maanden geleden was ik nog niet bereikbaar voor de reclassering. Tevens was mr. S. Ettalhaoui toentertijd nog niet mijn raadsman.
De
verdachteverklaart desgevraagd dat hij mee zal werken als bijzondere voorwaarden zouden worden opgelegd.

De advocaat-generaal voert het volgende aan:

Ik heb gezien dat er een bericht is van Inforsa uit 2017, het laatste rapport over de verdachte dateert van 2014. Ik heb ook de e-mail van de raadsman gelezen waarin hij op voorhand om een reclasseringsrapport verzocht, maar aanvragen die korter dan tien weken voor de zitting worden gedaan worden afgewezen. Het ontbreken van een vaste woon- of verblijfplaats is een probleem. Desalniettemin verzet ik mij niet tegen het aanhoudingsverzoek ten behoeven van het opstellen van een reclasseringsrapport. De verdachte dient wel te proberen een vaste woon- of verblijfplaats te verkrijgen.
Na onderbreking van het onderzoek voor beraad in raadkamer en hervatting daarvan deelt de
voorzitterals beslissingen van het hof mede dat:
- aan de advocaat-generaal wordt verzocht een reclasseringsrapport te laten opstellen over de verdachte;
De voorzitter wijst de verdachte erop dat als hij een nieuw telefoonnummer krijgt, hij dit aan de reclassering dient te melden en dat gebruik gemaakt wordt van het aanbod van de raadsman dat, indien de verdachte niet rechtstreeks bereikbaar is voor de reclassering, het contact via het kantooradres van de raadsman aan de [adres] zal verlopen.
Voorts deelt de voorzitter mee dat het onderzoek wordt geschorst voor onbepaalde tijd, met bevel tot oproeping van de verdachte en zijn raadsman tegen de dag en het tijdstip van de nader te bepalen terechtzitting.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de oudste raadsheer en de griffier is vastgesteld en ondertekend.
Noot: Voor de behandeling van onderhavige zaak op de volgende zitting dienen
40 minutente worden gereserveerd. De zaak dient zo mogelijk in september of oktober opnieuw te worden aangebracht.