Op 7 mei 2019 vond de openbare terechtzitting plaats in de meervoudige strafkamer van het Gerechtshof Amsterdam, waar de zaak van de verdachte werd behandeld. De verdachte, geboren in 1978 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, was aanwezig en werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. S. Ettalhaoui. De advocaat-generaal, mr. A.C. Bijlsma, vertegenwoordigde het openbaar ministerie. De verdachte had hoger beroep ingesteld en gaf aan bezwaren te hebben tegen de bewezenverklaring en de strafmaat. De raadsman verzocht om aanhouding van de zaak voor het opstellen van een reclasseringsrapport, omdat de verdachte een lang strafblad heeft en middelenafhankelijk is. Hij had recent zijn woning in Zaandam moeten verlaten en had hulp nodig.
De voorzitter van de rechtbank vroeg de verdachte naar zijn voorlopige hechtenis en of er eerder gesproken was over een reclasseringsrapport. De verdachte gaf aan dat hij destijds niet bereikbaar was voor de reclassering. De advocaat-generaal merkte op dat er een rapport uit 2014 was en dat aanvragen voor een reclasseringsrapport die korter dan tien weken voor de zitting worden gedaan, worden afgewezen. Ondanks het ontbreken van een vaste woon- of verblijfplaats, verzet de advocaat-generaal zich niet tegen het aanhoudingsverzoek.
Na beraad in raadkamer besloot het hof om een reclasseringsrapport op te laten stellen en de zaak voor onbepaalde tijd te schorsen. De voorzitter benadrukte dat de verdachte zijn nieuwe telefoonnummer aan de reclassering moet doorgeven en dat contact via de raadsman kan verlopen als de verdachte niet bereikbaar is. De zaak zal zo mogelijk in september of oktober opnieuw worden behandeld.