ECLI:NL:GHAMS:2019:1884
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Terugwijzing naar de rechter in eerste aanleg wegens schending van aanwezigheidsrecht en recht op rechtsbijstand
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 28 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 24 mei 2018 was gewezen. De verdachte, geboren in 1989, was beschuldigd van diefstal van thermostaten ter waarde van circa 2315,97 euro, toebehorende aan een winkelbedrijf. De verdediging had hoger beroep ingesteld omdat de verdachte en zijn raadsman de zitting in eerste aanleg niet konden bijwonen. De raadsman had verzocht om aanhouding van de zitting, maar dit verzoek werd afgewezen. Het hof oordeelde dat het aanwezigheidsrecht en het recht op rechtsbijstand van de verdachte waren geschonden, omdat de raadsman ziek was en de verdachte in het buitenland verbleef. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de zaak teruggeworpen naar de rechtbank Amsterdam voor een nieuwe behandeling, waarbij het hof de noodzaak van een eerlijke rechtsgang benadrukte. De uitspraak onderstreept het belang van de aanwezigheid van de verdachte en zijn raadsman tijdens de rechtszitting, en de gevolgen van het niet respecteren van deze rechten.