ECLI:NL:GHAMS:2019:206

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 januari 2019
Publicatiedatum
30 januari 2019
Zaaknummer
23-001312-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van vonnis met toevoegingen aan strafmotivering in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 5 april 2017 was gewezen. De verdachte, die thans gedetineerd is, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. Tijdens de zitting op 10 januari 2019 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een gevangenisstraf van drie weken en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor negen maanden had geëist. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar voegde hieraan toe dat de strafmotivering verder moest worden toegelicht. Het hof oordeelde dat, gezien de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan, een vrijheidsbenemende straf noodzakelijk was. De verkeersveiligheid speelde hierbij een belangrijke rol, en het hof besloot dat een ontzegging van de rijbevoegdheid van twaalf maanden passend was. De raadsman van de verdachte had argumenten ingebracht, maar het hof was van mening dat deze niet tot een ander oordeel leidden. Het arrest werd uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier en is ondertekend door de raadsheren, met uitzondering van mr. A.M. van Woensel, die buiten staat was om te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001312-17
datum uitspraak: 24 januari 2019
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 5 april 2017 in de strafzaak onder parketnummer 15-013589-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
adres: [adres],
thans uit anderen hoofde gedetineerd in [locatie].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 10 januari 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie weken en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van 9 maanden.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof het volgende toevoegt aan de overwegingen van de politierechter met betrekking tot de op te leggen straffen.
Voor een dergelijk feit wordt doorgaans overeenkomstig de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht, een ontzegging van de rijbevoegdheid van twaalf maanden opgelegd en een taakstraf van zestig uren. In dit geval is echter sprake geweest van verkeersgevaarlijk gedrag. Evenals de politierechter is het hof van oordeel dat de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de documentatie van de verdachte met zich brengen dat niet kan worden volstaan met een andere straf dan een vrijheidsbenemende straf. Daarnaast is met het oog op de verkeersveiligheid een ontzegging van de rijbevoegdheid passend en geboden. Hierbij is tevens rekening gehouden met het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht, welk artikel aan het vonnis wordt toegevoegd als toepasselijk wettelijk voorschrift. Hetgeen de raadsman in hoger beroep naar voren heeft gebracht brengt het hof niet tot een ander oordeel.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. van Woensel, mr. C.N. Dalebout en mr. E. van Die, in tegenwoordigheid van D. de Jong, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 24 januari 2019.
mr. A.M. van Woensel is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
proces-verbaal uitspraak
_______________________________________________________________ _ _
GERECHTSHOF AMSTERDAM
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-001312-17
Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van dit gerechtshof, op 24 januari 2019.
Tegenwoordig zijn:
mr. C.N. Dalebout, raadsheer,
mr. P.M. Groenenberg, griffier.
Het openbaar ministerie wordt vertegenwoordigd door mr. J. Weening, advocaat-generaal.
De raadsheer doet de zaak tegen de verdachte [verdachte] uitroepen.
De verdachte is
wel / nietin de zaal van de terechtzitting aanwezig.
Raadsman/raadsvrouw is
wel / nietaanwezig.
(zo ja:) naam raadsman/raadsvrouw en plaats:
De raadsheer spreekt het arrest uit.
De raadsheer geeft de verdachte kennis, dat daartegen binnen 14 dagen na heden beroep in cassatie kan worden ingesteld.
(indien de VTE is verschenen)
De verdachte heeft
wel / geenafstand gedaan van recht aanwezig te zijn bij de uitspraak.
(indien VTE is gedetineerd)
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de raadsheer en de griffier is vastgesteld en ondertekend.