ECLI:NL:GHAMS:2019:212
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis politierechter inzake voorhanden hebben van een creditcard mes op luchthaven Schiphol
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 10 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1958, had op 23 januari 2018 op luchthaven Schiphol een creditcard mes voorhanden, wat in strijd is met de Wet wapens en munitie. De politierechter had de verdachte hiervoor veroordeeld tot een geldboete van € 200,00, subsidiair 4 dagen vervangende hechtenis. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld, waarbij het hof kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten in aanraking met de politie of justitie is gekomen. Het hof oordeelde dat, hoewel de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben van een verboden wapen, er geen straf of maatregel opgelegd hoeft te worden, gezien de omstandigheden waaronder het feit is begaan. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van hetgeen meer of anders was ten laste gelegd.