In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 26 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 23 november 2017 was gewezen. De verdachte, geboren in 1976, werd beschuldigd van het overschrijden van de maximumsnelheid op de Nieuwe Leeuwarderweg in Amsterdam op 6 februari 2017. De tenlastelegging hield in dat de verdachte met een snelheid van ongeveer 101 kilometer per uur had gereden, terwijl de maximumsnelheid op dat punt 70 kilometer per uur was. De verdachte voerde aan dat hij niet sneller had gereden dan toegestaan en dat de snelheidsmeting betrekking had op een ander voertuig dat hem inhaalde. Het hof heeft de bewijsvoering van de advocaat-generaal beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de verdachte wel degelijk de snelheid had overschreden. Het hof baseerde zich op de processen-verbaal van de verbalisant, die de snelheidsovertreding had vastgesteld. De verklaring van de moeder van de verdachte, die als getuige was gehoord, werd als onvoldoende beschouwd om aan de juistheid van de processen-verbaal te twijfelen. Het hof oordeelde dat de verdachte strafbaar was en legde een geldboete van € 150 op, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis.