Op 12 juni 2019 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 30 april 2018 werd gewezen. De zaak betreft een verdachte die op 17 maart 2017 te Hoogwoud, gemeente Opmeer, is beschuldigd van mishandeling. Het hof heeft de eerder uitgevaardigde strafbeschikking van 2 mei 2017 vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een geldboete van € 300,00 en 6 dagen hechtenis, waarbij de hechtenis kan worden vervangen bij gebreke van betaling en verhaal.
De kwalificatie van het bewezen verklaarde is mishandeling, en de toepasselijke wettelijke voorschriften zijn de artikelen 23, 24, 24c en 300 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde. Het hof heeft in zijn beslissing de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen en heeft geoordeeld dat de strafbeschikking niet in stand kan blijven. De uitspraak is gedaan in een enkelvoudige strafkamer, waarbij de rechter mr. G. Oldekamp de beslissing heeft genomen in aanwezigheid van de griffier mr. L. van Dijk.