ECLI:NL:GHAMS:2019:2462

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
2 juli 2019
Publicatiedatum
17 juli 2019
Zaaknummer
23-001668-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vrijspraak van de rechtbank in een strafzaak met betrekking tot opzettelijk aanwezig hebben van hennep en harddrugs

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 juli 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 26 april 2018. De verdachte was in eerste aanleg vrijgesproken van een aantal tenlastegelegde feiten, waaronder het opzettelijk aanwezig hebben van hennep en harddrugs. Het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak van de rechtbank, op basis van artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat bepaalt dat tegen een vrijspraak geen hoger beroep openstaat.

Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd voor zover het hoger beroep nog aan de orde was. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechtbank was opgelegd. Het hof heeft overwogen dat de aanwezigheid van harddrugs een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid vormt en dat dit niet kan worden bestraft met een lichtere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De verdachte had verklaard dat hij op de hennepplantage paste, maar het hof oordeelde dat hij niet als een gaaf bekennende verdachte kon worden aangemerkt, wat invloed had op de beoordeling van de strafmaat.

De uitspraak van het hof benadrukt de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de zaak, evenals de noodzaak om een duidelijke boodschap af te geven over de gevolgen van het aanwezig hebben van harddrugs. Het hof heeft de motivering van de op te leggen straf aangevuld en de bewijsmiddelen die door de rechtbank waren gebruikt, vervangen door nieuwe bewijsmiddelen, die de ernst van de situatie onderstreepten.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001668-18
datum uitspraak: 2 juli 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 26 april 2018 in de strafzaak onder parketnummer 13-701138-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1979,
adres: [adres 1].

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De verdachte is door de rechtbank vrijgesproken van hetgeen aan hem onder 3 is ten laste gelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 18 juni 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte en het openbaar ministerie hebben hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis. Het openbaar ministerie heef het hoger beroep op 30 mei 2018 weer ingetrokken.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, met dien verstande dat het hof:
 de door de rechtbank gebruikte opgave van bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde vervangt door de navolgende bewijsmiddelen, nu de verdachte, gelet op zijn verklaring ter terechtzitting in hoger beroep, naar het oordeel van het hof niet (meer) als een gaaf bekennende verdachte kan worden aangemerkt;
 de motivering van de op te leggen straf aanvult.

Nadere overwegingen ten aanzien van de straf

In weerwil van hetgeen door de raadsman in hoger beroep is bepleit, ziet het hof geen aanleiding een lagere of andere straf op te leggen dan de straf die de rechtbank heeft opgelegd en die de advocaat-generaal heeft gevorderd, mede gelet op de grote hoeveelheid aangetroffen harddrugs. Het aanwezig hebben van harddrugs kan een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid vormen en kan daarnaast, direct en/of indirect, tot diverse vormen van criminaliteit leiden. Daarom kan, anders dan door de raadsman is bepleit, niet worden volstaan met een andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Daarbij is de duur daarvan al fors gematigd ten opzichte van hetgeen rechters in soortgelijke gevallen plegen op te leggen, omdat rekening is gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en met zijn rol bij het bewezenverklaarde, zoals reeds door de rechtbank verwoord.

Bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde

1.
Een proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij van 24 januari 2018, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] (p. 4-9).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van de verbalisanten (of één of meer van hen):
Op 18 januari 2018 omstreeks 10:49 uur kregen wij het bericht dat er een hennepkwekerij aanwezig zou zijn op het adres [adres 2]. Wij hebben collega [verbalisant 3] verzocht een warmtemeting uit te voeren op de genoemde woning. Collega [verbalisant 3] heeft een afwijkend, kenmerkend voor een in werking zijnde hennepkwekerij, warmtebeeld geconstateerd vergeleken met de naastgelegen soortgelijke woningen.
Binnentreden woning
In voornoemde woning werd op 24 januari 2018, omstreeks 12:07 uur, ter opsporing en inbeslagneming op grond van artikel 9, lid 1 onder b, van de Opiumwet en artikel 96 van het Wetboek van Strafvordering, binnengetreden.
Omschrijving pand
Het bleek dat op genoemd adres een hennepkwekerij met planten aanwezig was.
Kweekruimte 1
Na het binnentreden zagen wij het volgende.
Op de eerste verdieping zagen wij in een voormalige slaapkamer een als kweekruimte ingerichte kamer met hennepplanten.
In totaal stonden er 127 hennepplanten. De gemiddelde hoogte van de planten was ongeveer 60 cm. Per m2 stonden er 16 planten.
Kweekruimte 2
Na het binnentreden zagen wij het volgende.
Een als kweekruimte ingerichte voormalige slaapkamer op de eerste verdieping achterzijde woning.
In totaal stonden er 215 hennepplanten. De gemiddelde hoogte van de planten was ongeveer 60 cm. Per m2 stonden er 16 planten.
Alle hennepplanten werden door middel van een irrigatiesysteem van een vloeistof voorzien.
Kweekruimte 3
Na het binnentreden zagen wij het volgende.
De voormalige slaapkamer aan de voorzijde op de eerste verdieping was voorzien van een kweektent met daarin 31 planten en enkele stekjes. In een tweede kweektent stonden hennepstekken. Een derde kweektent was leeg.
In totaal stonden er 31 hennepplanten en 175 hennepstekken. De gemiddelde hoogte van de planten was ongeveer 100 cm. Per m2 stonden er 4 planten.
Vaststelling hennep
Wij constateerden op grond van onze kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, gezien de waargenomen uiterlijke kenmerken, kleur en vorm, en daarnaast de herkenbare geur, dat de aangetroffen planten hennepplanten betroffen.
Met hennep wordt bedoeld elk deel van de plant van het geslacht Cannabis (hennep), waaraan de hars niet is onttrokken, met uitzondering van de zaden.
Verdachten
Als verdachte is aangemerkt:
[verdachte], geboren op [geboortedag] 1979 te [geboorteplaats], geslacht: man, Burgerservicenummer: [BSN].
2.
Een proces-verbaal van bevindingen van 24 januari 2018, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] (p. 26-28).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van de verbalisant:
Betreden woning:
Op 24 januari 2018 te 12:07 uur werd op grond van artikel 9 lid 1 onder b van de Opiumwet ter inbeslagneming van een hennepkwekerij binnengetreden in de tussenwoning, perceel [adres 2], door de opsporingsambtenaren hoofdagente [verbalisant 2], hoofdagente [verbalisant 4], adspirant [verbalisant 5] en adspirant [verbalisant 6].
De woning kon betreden worden betreden door de toegangsdeur, die de verdachte [verdachte] heeft geopend.
Bevindingen in de woning:
In de woning werd een inwerking zijnde hennepkwekerij aangetroffen op de eerste verdieping van de woning. Deze hennepkwekerij was verdeeld over drie kamers.
Nadat de fraudespecialist van Liander de meterkast had geopend trof hij op plastic tas aan met daarin een kristalachtige witgele stof. Verbalisant, [verbalisant 6], heeft direct de tas overgenomen en conform artikel 96 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering de woning bevroren en werd de komst van een Rechter-Commissaris verzocht.
Inbeslagnames:
Tijdens de zoeking zijn met instemming van Rechter-Commissaris de volgende voorwerpen en/of goederen aangetroffen welke vatbaar zijn voor inbeslagname:
In de meterkast:
 geel brokje
 6 wikkels met de letter M erop
 6 rode pillen
 14 oranje pillen met ‘gold’
 79 lsd zegels
 3 losse lsd zegels
 zakje met wit poeder
 3,5 pillen silagra
 4 pillen Dormirel
 9 pillen Kamagra
 196 grijze pillen
 Pot Vitablend met wit poeder
 9 hele en 2x 1/2 pillen geel
 doorzichtige brokjes
 2 buisjes 187A en 187C
 zakje wit poeder
 zakje rozekleurige brokjes
 1 pil diazepam
 1 pil wit
 1 pil roze
 1 zwarte pil
In de woonkamer:
 dichte verpakking seals (tussen de bank)
 4 pillen Kamagra (linker jaszak, zwarte jas bij de eetkamertafel)
 weegschaal (linker bak onder de salontafel)
 wit poeder (linker bak onder de salontafel)
 roze pil (in bruin doosje op salontafel)
 zakje hennepgruis (op de salontafel)
 wikkel (op de salontafel)
 2x wietvermaler (op de salontafel)
 32x geel met blauwe pillen (zak links voor in gewatteerde jas)
 3x 1/2 pil geel met blauwe pillen (zak links voor in gewatteerde jas)
 4x gele pillen (zak links voor in gewatteerde jas)
 16 wikkels (zak links voor in gewatteerde jas)
Een oranje koffer met daarin de volgende goederen:
 2 zilverkleurige sealbags met pillen
 plasticzakje met witte brokjes
 1 pil Suboxone 8 mg
 540 pillen Kamagra
Van de inbeslagnames zijn Kennisgevingen van Inbeslagname opgemaakt.
3.
Een kennisgeving van inbeslagname van 24 januari 2018, opgemaakt door [naam 1], hulpofficier van justitie, in de zaak tegen verdachte (p. 68-69).
Deze kennisgeving houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Inbeslagneming
Plaats: [adres 2]
Datum en tijd : 24 januari 2018 te 12:53 uur
Reden : Vervaardigen softdrugs (lijst II)
Grondslag : Waarheid aan de dag te brengen
Omstandigheden: Hennepkwekerij en harddrugs aangetroffen in de woning.
Beslagene
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboren: [geboortedag] 1979
Geboorteplaats: [geboorteplaats]
Burgerservicenummer: [BSN]
Adres: [adres 3]
Postcode en plaats: [adres 3]
Volgnummer 1
Goednummer: PL1300-2018013993-5520433
Object: Verdovende mid
Kleur: Beige
Beslissing hovj:
Overdragen aan FO (na onderzoek naar KBH/WME ter voorlegging aan OM).
4.
Een kennisgeving van inbeslagname van 24 januari 2018, opgemaakt door [naam 1], hulpofficier van justitie, in de zaak tegen verdachte (p. 76-87).
Deze kennisgeving houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Volgnummer 11
Goednummer: PL1300-2018013993-5520492
Object: Verdovende mid (Xtc)
Aantal/eenheid: 196 stuks
Kleur: Grijs
Bijzonderheden: Grijze pillen
Eigenaar: [verdachte], [adres 3]
Beslissing hovj:
Overdragen aan FO (na onderzoek naar KBH/WME ter voorlegging aan OM).
5.
Een kennisgeving van inbeslagname van 24 januari 2018, opgemaakt door [naam 1], hulpofficier van justitie, in de zaak tegen verdachte (p. 91-93).
Deze kennisgeving houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Volgnummer 1
Goednummer: PL1300-2018013993-5520512
Object: Verdovende mid (Xtc)
Bijzonderheden: 2 zilverkleurige sealbags met vermoedelijk xtc pillen
Eigenaar: [verdachte], [adres 3]
Beslissing hovj:
Overdragen aan FO (na onderzoek naar KBH/WME ter voorlegging aan OM).
6.
Een kennisgeving van inbeslagname van 24 januari 2018, opgemaakt door [naam 1], hulpofficier van justitie, in de zaak tegen verdachte (p. 115-116).
Deze kennisgeving houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Volgnummer 1
Goednummer: PL1300-2018013993-5520634
Object: Verdovende mid (Xtc)
Aantal/eenheid: 39 stuks
Kleur: Geel
Inhoud: 32x geel met blauw, 3x ½ pil geel met blauw, 4x heel geel
Eigenaar: [verdachte], [adres 3]
Beslissing hovj:
Overdragen aan FO (na onderzoek naar KBH/WME ter voorlegging aan OM).
Volgnummer 2
Goednummer: PL1300-2018013993-5520635
Object: Verdovende mid
Aantal/eenheid: 16 stuks
Inhoud: 2 gripzakjes met per gripzakje 8 wikkels met onbekende inhoud
Eigenaar: [verdachte], [adres 3]
Beslissing hovj:
Overdragen aan FO (na onderzoek naar KBH/WME ter voorlegging aan OM).
7.
Een rapport van 13 februari 2018 van Politie Amsterdam, Dienst Regionale Recherche, Laboratorium Forensische Opsporing, rapportnummer 0111N18 opgemaakt door drs. [naam 2], forensisch expert, in de zaak tegen verdachte (pagina’s niet genummerd).
Dit rapport houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Item omschrijving bevat
5520433 1 sealbag met 980 g lichtbruin poeder, brokken en kristallen MDMA
5520492 2 plastic zakjes met 191 grijze tabletten, indruk: Louis Vuitton logo MDMA
5520512 2 zilverkleurige sealbags met 2644 tweelaagse geel blauwe tabletten, MDMA
indruk: minion
5520634 1 plastic zakje met subitems A en B
A 4 gele tabletten, indruk: Tulp 4-FA
B 33 blauw-gele, 2-laagse tabletten, indruk: Minion MDMA
5520635 2 plastic zakjes met subitems A tot en met E
A 4 papiertjes, opschrift: "1/2", met 1,68 g wit poeder en brokjes Cocaïne
B 1 papiertje, opschrift: "?", met 0,88 g wit poeder en brokjes Cocaïne
C 3 papiertjes, opschrift: "8", met 2,63 g vuilwitte brokjes Cocaïne
E 5 papiertjes, opschrift: "M", met 4,37 g bruine kristallen MDMA
Bepalingen van de Opiumwet
4-FA, cocaïne, MDMA: vermeld op lijst I behorende bij de Opiumwet.
8.
De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van 26 april 2018.
Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Ik ontmoette op een zomerdag twee mensen die mij wilden helpen. Zij gebruikten mijn paspoort om een huis te huren en zij vroegen mij om op het huis en op de hennepplantage te passen. Ik wist dat er hennepplanten waren. Ik heb de vrouwelijke agente de toegang geweigerd omdat er een tas in de meterkast lag waar de harddrugs in zaten. Ik had die tas niet in de meterkast gestopt. Dat had de persoon gedaan die mij vroeg erop te passen.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 3 ten laste gelegde.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep, voor zover in hoger beroep nog aan de orde, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen, mr. C.N. Dalebout en mr. M.F.J.M. de Werd, in tegenwoordigheid van mr. K. Sarghandoy, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 2 juli 2019.
[…]