ECLI:NL:GHAMS:2019:2546

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
10 juli 2019
Publicatiedatum
19 juli 2019
Zaaknummer
23-002951-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring in hoger beroep wegens intrekking van bezwaren

Op 10 juli 2019 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 2 augustus 2018 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die in hoger beroep ging, maar tijdens de terechtzitting heeft aangegeven het hoger beroep niet te willen handhaven. Dit leidde tot de vraag van de ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep. Het hof overwoog dat, nu de verdachte zijn bezwaren tegen het vonnis heeft ingetrokken, er geen rechtens te respecteren belang meer is dat gediend is met nader onderzoek van de zaak. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, werd de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep. De beslissing werd genomen door mr. M.F.J.M. de Werd, in bijzijn van griffier C.N. Aalders.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 96-083168-18
parketnummer hoger beroep : 23-002951-18
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 10 juli 2019 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 2 augustus 2018 in de zaak tegen de verdachte:
naam: [verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: [geboortedag] 1970 te [geboorteplaats]
adres: [adres].

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Nu door of namens de verdachte ter terechtzitting te kennen is gegeven dat de verdachte het hoger beroep niet wil handhaven, moet hij geacht worden de eerder tegen het vonnis opgegeven bezwaren in te trekken, zodat hij, nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Gewezen door mr. M.F.J.M. de Werd, in bijzijn van C.N. Aalders, griffier.
mr. M.F.J.M. de Werd