ECLI:NL:GHAMS:2019:2837

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
1 augustus 2019
Publicatiedatum
1 augustus 2019
Zaaknummer
23-004512-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van diefstal en vernietiging van strafbeschikking na hoger beroep

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 31 juli 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1982, was beschuldigd van diefstal van een headset (JBL) en een pen (Microsoft) op 4 juli 2018 in Amsterdam. Tijdens de zitting op 17 juli 2019 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot dezelfde straf als eerder opgelegd door de politierechter. Het hof heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De verdachte verklaarde dat hij zich niet bewust was van het feit dat hij een onderdeel van de pen in zijn hand had toen hij de kassa passeerde. De beveiliger had genoteerd dat de verdachte de pen uit zijn zak had gepakt en deze aan hem teruggaf. Het hof merkte op dat er geen camerabeelden beschikbaar waren van het moment van de transactie bij de kassa, waardoor het niet mogelijk was om de situatie volledig te reconstrueren. Gezien de verklaringen van de verdachte en het gebrek aan overtuigend bewijs, heeft het hof geoordeeld dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte het ten laste gelegde had begaan. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen. Tevens is de eerder uitgevaardigde strafbeschikking vernietigd.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-004512-18
Datum uitspraak: 31 juli 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 5 december 2018 in de strafzaak onder parketnummer
13-130759-18 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1982,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
17 juli 2019.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 4 juli 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een headset (JBL) en/of een pen (Microsoft), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan winkelbedrijf Microsoft, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Het hof is van oordeel - in navolging van de advocaat-generaal en de verdediging - dat er onvoldoende aanwijzingen zijn dat de verdachte het oogmerk had zich de JBL headset wederrechtelijk toe te eigenen, mede gezien de verklaring van de verdachte hierover ter terechtzitting in hoger beroep.
Met betrekking tot de Microsoft-pen wordt het navolgende overwogen. De verdachte heeft, naar de kern samengevat, ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat hij, toen hij de kassa passeerde - alwaar hij een laptoptas afrekende - een onderdeel van een pen in zijn hand had zonder dat hij zich daar bewust
van was. Ook toen hij na het passeren van de kassa door de beveiliger werd aangesproken had hij, aldus de verdachte, dit onderdeel van de pen nog in zijn hand. In het aangifteformulier winkeldiefstal heeft voornoemde beveiliger opgenomen dat de verdachte de pen uit zijn zak pakte en deze aan hem teruggaf. Het hof heeft geconstateerd dat er geen camerabeelden in het dossier zitten van het moment dat de verdachte bij de kassa de laptoptas afrekende. Niet vastgesteld kan dan ook worden wat er (precies) bij de kassa gebeurde. Wel lijkt op een still van de camerabeelden te zien (te zijn) dat - nadat de verdachte wegloopt - niet de hele pen, maar (slechts) een onderdeel van de pen weg is. Dit bevestigt (in ieder geval) een deel van de verklaring van de verdachte. In het licht van hetgeen de verdachte overigens heeft verklaard - ook over zijn gemoedstoestand op dat moment - heeft het hof niet de overtuiging dat de verdachte het oogmerk had om zich een (onderdeel van een) Microsoft Surface-pen wederrechtelijk
toe te eigenen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Vernietigt de eerder uitgevaardigde strafbeschikking d.d. 5 juli 2018 onder CJIB nummer 0000001313075918.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P. Greve, mr. S. Clement en mr. W.F. Groos, in tegenwoordigheid van S. den Hartog, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 31 juli 2019.
mr. P. Greve is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
[…]