Op 7 augustus 2019 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 10 januari 2019 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die op 30 juni 2018 in Amsterdam een overtreding heeft begaan van artikel 62, bord A1 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van veertig uren en, indien deze niet naar behoren wordt verricht, tot twintig dagen hechtenis. Daarnaast is de verdachte voor de duur van twaalf maanden ontzegd de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen. De bijkomende straf van ontzegging zal niet ten uitvoer worden gelegd, tenzij de rechter later anders beslist, mocht de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maken aan een strafbaar feit. De verdachte heeft ter terechtzitting afstand gedaan van het recht om beroep in cassatie in te stellen.