ECLI:NL:GHAMS:2019:361
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis mishandeling met aanvulling bewijsvoering en strafmotivering
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 12 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1991, was eerder veroordeeld voor mishandeling en heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 25 augustus 2016. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar met de aanpassing dat de bewijsvoering wordt aangevuld en de strafmotivering wordt vervangen. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte dezelfde straf zou krijgen als in eerste aanleg opgelegd. Het hof heeft de verklaringen van de aangeefsters en getuigen beoordeeld en geconcludeerd dat er geen solide aanknopingspunten zijn voor de stelling dat hun verklaringen onderling zijn afgestemd. De verdachte is schuldig bevonden aan de mishandeling van twee meisjes, waarbij één van hen een gebroken oogkas opliep. Het hof heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoon van de verdachte. Ondanks eerdere veroordelingen heeft het hof besloten de straf van de politierechter in stand te laten, zonder een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, vanwege de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure.