Uitspraak
Procesgang
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel
Verplichting tot betaling aan de Staat
aanstondsaannemelijk geworden dat de veroordeelde in het geheel niet in staat zal zijn aan enige betalingsverplichting te voldoen. Dat de veroordeelde schulden heeft, maakt dat niet anders. Dit geldt temeer nu de veroordeelde een vaste baan heeft, zij haar stelling onder bewind te staan niet nader met stukken heeft onderbouwd en zij naar verluidt in de procedure zit voor de Wet schuldsanering natuurlijke personen (en zij derhalve mogelijk binnen enkele jaren bevrijd zal zijn van de thans bestaande schulden). Bij de verwerping van het draagkracht-verweer heeft het hof mede in aanmerking genomen de mogelijkheid die het openbaar ministerie heeft om de veroordeelde gedurende de voor de ontnemingsmaatregel geldende verjaringstermijn onbeperkt uitstel van betaling dan wel betaling in termijnen toe te staan, alsmede de op grond van artikel 577b, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering aan de veroordeelde geboden rechtsgang, waarmee zij vermindering dan wel kwijtschelding van het door het hof vast te stellen bedrag kan verzoeken. Het hof zal met een beperkte draagkracht van de veroordeelde in het kader van de onderhavige vaststelling van de betalingsverplichting dan ook geen rekening houden.
Toepasselijk wettelijk voorschrift
BESLISSING
66.000,00 (zesenzestigduizend euro).
betaling aan de Staatter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van een bedrag van
€ 61.000,00 (eenenzestigduizend euro).