Tussen partijen is daarnaast niet in geschil dat de helft van de door de man betaalde eigenaarslasten ten laste van de gebruiksvergoeding moet worden gebracht (of dat, zoals de rechtbank heeft overwogen, de vrouw heeft ingestemd met verrekening van de eigenaarslasten met de gebruiksvergoeding). Wel verschillen partijen van mening over het antwoord op de vraag wat onder eigenaarslasten moet worden verstaan. De rechtbank heeft onderhoud van de cv-installatie en de tuin wel daartoe gerekend, zijnde regelmatig terugkerende eigenaarslasten, doch de post ‘dakreparatie’ niet, nu gesteld noch gebleken is dat dit een structurele kostenpost is. Het gaat hier om een door de man opgevoerde post van – naar het hof begrijpt in totaal - € 250,- in 2018. Het hof is het op zichzelf eens met de man dat deze kosten, ook wanneer deze als incidenteel moeten worden beschouwd, in 2018 wel degelijk tot de eigenaarslasten behoren, die voor vergoeding door de deelgenoten gezamenlijk in aanmerking komen, nu voldoende aannemelijk is dat het gaat om noodzakelijk onderhoud dan wel reparatie. Op zichzelf is de door de man verzochte verklaring van recht, dat de eigenaarslasten van de woning, ook de niet structurele kosten voor noodzakelijk onderhoud en reparatie, voor rekening van elk van partijen komen, ieder voor de helft, toewijsbaar, nu deze verklaring zich beperkt tot de vaststelling van de rechtsbetrekking tussen twee voor de rechter verschenen partijen. De man heeft echter geen belang bij deze verklaring voor recht, nu de daaruit voortvloeiende verplichtingen rechtstreeks uit de wet volgen.
Voor 2018 zal het hof het door de man in eerste aanleg opgevoerde bedrag van € 4.022,- (€ 335,- per maand) in de verrekening meenemen, nu de vrouw de omvang van de door de man berekende kosten in dat jaar op zichzelf niet heeft betwist. Een en ander betekent dat voor 2018 met een te verrekenen bedrag aan eigenaarslasten ten laste van de vrouw rekening moet worden gehouden van € 168,- per maand. De door de man in 2018 aan de vrouw te betalen gebruiksvergoeding bedraagt derhalve per saldo € 505,- per maand. Het hof acht het echter niet juist om op structurele basis (in de zin van elk jaar terugkerend) met deze (incidentele) kostenpost rekening te houden, te meer nu de man niets heeft gesteld omtrent deze kosten in andere jaren. Vanaf 2019 zal het hof dan ook - overeenkomstig de berekening van de rechtbank - uitgaan van een bedrag aan eigenaarslasten zonder de post dakreparatie, hetgeen neerkomt op een ten laste van de vrouw te verrekenen bedrag van € 157,- per maand, hetgeen betekent dat de door de man aan de vrouw te betalen gebruikersvergoeding vanaf 2019 € 516,- per maand bedraagt. Mocht blijken dat de man vanaf 2019 meer eigenaarslasten voor zijn rekening heeft genomen, dan zullen partijen hierover nadere afspraken dienen te maken.