ECLI:NL:GHAMS:2019:4423

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
11 december 2019
Publicatiedatum
12 december 2019
Zaaknummer
23-003599-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek naar de financiële positie van de verdachte in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 11 december 2019 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. Het hof heeft vastgesteld dat het nog niet tot een eindoordeel kan komen en acht het noodzakelijk om nadere informatie op te vragen over de financiële positie van de verdachte en zijn vennootschappen gedurende de tenlastegelegde periode. Dit besluit volgt op het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep, dat plaatsvond op verschillende data, waaronder 25 maart, 16 oktober en 13 november 2019. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, dat op 29 september 2017 werd uitgesproken in een strafzaak met parketnummer 13-845029-15.

Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadslieden. Tijdens de zitting op 11 december 2019 is het onderzoek in deze strafzaak gesloten, maar het hof heeft geconcludeerd dat het onderzoek niet volledig is geweest. Daarom heeft het hof besloten om het onderzoek te heropenen en aanvullende informatie op te vragen bij de Belastingdienst, waaronder aangiften inkomstenbelasting en informatie over de vermogenspositie van de verdachte en zijn vennootschappen. Het hof heeft de advocaat-generaal verzocht om deze stukken op te vragen en heeft de verdediging de mogelijkheid geboden om ook zelf nadere informatie te verstrekken.

Het hof heeft de beslissing genomen om het gesloten onderzoek te heropenen en te schorsen, met de opdracht om het onderzoek op een later te bepalen datum te hervatten. De verdachte en zijn raadsman zullen worden opgeroepen voor deze zitting. Het arrest is uitgesproken in een openbare terechtzitting door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de betrokken rechters en de griffier aanwezig.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-003599-17
Datum uitspraak: 11 december 2019
TEGENSPRAAK
Tussenarrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 29 september 2017 in de strafzaak onder parketnummer 13-845029-15 tegen
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag],
adres: [adres]

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
25 maart 2019, 16 oktober 2019, 13 november 2019 en 11 december 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte
en de raadslieden naar voren hebben gebracht.
Op de terechtzitting in hoger beroep van 11 december 2019 is het onderzoek in deze strafzaak gesloten.

Nader onderzoek

Tijdens de beraadslaging in raadkamer is gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest.
Het hof acht het noodzakelijk nadere informatie op te vragen over de financiële positie van de verdachte ten tijde van de tenlastegelegde periode. Het hof verzoekt de advocaat-generaal de volgende stukken op te vragen bij de Belastingdienst:
- de aangiften inkomstenbelasting (IB) van de verdachte over de belastingjaren 2010 tot en met 2013 alsmede renseignementen van banken en andere financiële instellingen betreffende de vermogenspositie van de verdachte en/of de vennootschappen [onderneming 1] en [onderneming 2];
- het invorderingsdossier van de Belastingdienst betreffende de verdachte alsmede van de genoemde vennootschappen waarvan hij bestuurder was, in de periode 2010-2013, aangevuld met een uiteenzetting van de Ontvanger der Rijksbelastingen over de wijze van invordering in deze periode (correspondentie met de belastingschuldigen en over wanneer welke (derden)beslagen gelegd) zijn en tot welk resultaat dat heeft geleid, daarbij gevoegd een overzicht van het verloop van de belastingschulden van de verdachte en genoemde vennootschappen van 1 januari 2010 tot 31 december 2013 met vermelding of afboekingen openstaande belastingschulden voortkomen uit betalingen of verrekeningen.
Voorts ontvangt het hof graag nadere informatie over het schema ‘[schema]’ dat de griffier van de advocaat-generaal na afloop van de terechtzitting in hoger beroep van 13 november 2019 per e-mailbericht heeft ontvangen, nadat ter terechtzitting was gebleken dat de verdediging een e-mailbericht met onder meer genoemd stuk had ontvangen, maar het hof niet over dit stuk beschikte.
Het hof verneemt graag:
- wie dit overzicht heeft vervaardigd, en op basis van welke primaire bescheiden;
- of de bedragen die genoemd worden in de kolom ‘betaald/verrekend’ door de verdachte (of genoemde vennootschappen) zijn betaald dan wel door de Belastingdienst zijn verrekend, en met welke teruggaven deze openstaande belastingschulden zijn verrekend. En nadere uitleg over de samenhang en het verschil tussen de kolom ‘betaald/verrekend’ en de kolom ‘betaald’.
Uiteraard staat het de verdediging vrij zelf ook nadere informatie over de financiële positie (solvabiliteit en/of liquiditeit) van de verdachte ten tijde van de tenlastegelegde periode te verstrekken. Het hof wenst deze informatie uiterlijk twee weken voor de volgende terechtzitting te ontvangen.
Het hof zal daartoe het onderzoek heropenen, schorsen en de hervatting van het onderzoek ter terechtzitting – in dezelfde samenstelling – op een nader te bepalen datum gelasten.

Beslissing

Het hof:
Heropent het gesloten onderzoek, schorst dit in het belang ervan en beveelt de hervatting van het onderzoek op een nader te bepalen terechtzitting.
Beveelt de oproeping van de verdachte en de raadsman van de verdachte tegen de nog nader te bepalen terechtzitting.
Stelt de stukken met het oog op vorenstaande in handen van de advocaat-generaal.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. P. Greve, mr. S. Clement en mr. A.M. van Amsterdam, in tegenwoordigheid van
mr. J.M. van Riel, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
11 december 2019.