ECLI:NL:GHAMS:2019:4582

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 december 2019
Publicatiedatum
20 december 2019
Zaaknummer
23-001127-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake diefstal in vereniging van cosmetica artikelen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 12 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in Roemenië in 1986, was aangeklaagd voor diefstal in vereniging van cosmetica artikelen, waaronder slakkengel, slakkencrème en slakkenoogserum, die toebehoorden aan een winkel. De diefstal vond plaats op 22 februari 2019 te Alkmaar. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat dit vonnis slechts een aantekening bevatte en niet voldeed aan de vereisten van artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig is aan de diefstal, waarbij hij samen met een mededader handelde. De verdachte is eerder veroordeeld voor soortgelijke misdrijven, wat meeweegt in de strafoplegging. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven weken, met aftrek van voorarrest, en heeft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan in overweging genomen. De professionele wijze waarop de diefstal is gepleegd en de waarde van de gestolen goederen zijn daarbij van belang geweest. Het hof heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften, artikelen 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, toegepast zoals deze golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001127-19
datum uitspraak: 12 december 2019
VERSTEK (niet-gemachtigd raadsvrouw)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het
vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 8 maart 2019 in de strafzaak onder parketnummer 15-044947-19 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Roemenië) op [geboortedag] 1986,
adres: [adres]

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
28 november 2019.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 22 februari 2019 te Alkmaar, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- zes, althans een of meerdere potje(s) slakkengel en/of
- twee, althans een of meerdere potje(s) slakkencrème en/of
- vier, althans een of meerdere potje(s) slakkenoogserum,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [winkel], in elk geval aan een ander of anderen, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 22 februari 2019 te Alkmaar, tezamen en in vereniging met een ander
- zes potjes slakkengel en
- twee potjes slakkencrème en
- vier potjes slakkenoogserum,
die toebehoorden aan [winkel], heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven weken, met aftrek van voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich samen met zijn mededader schuldig gemaakt aan diefstal van cosmetica artikelen met een aanmerkelijke waarde uit een winkel van [winkel]. Winkeldiefstallen zijn ergerlijke feiten waarmee het eigendomsrecht van het betreffende bedrijf wordt geschonden. Ook brengt een dergelijk feit, naast materiële schade, hinder en overlast voor de gedupeerde met zich. De professionele wijze (immers met behulp van een geprepareerde tas) waarop de verdachte en zijn mededader zich hiermee bezig hebben gehouden en de totale waarde van de gestolen goederen van honderden euro’s, maakt het handelen van de verdachte des te erger.
Daarbij komt dat de verdachte blijkens een hem betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 13 november 2019 eerder onherroepelijk is veroordeeld tot (voorwaardelijke) gevangenisstraffen ter zake van gelijksoortige misdrijven, hetgeen in zijn nadeel meeweegt.
Het hof acht, alles afwegende, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.
In het voorgaande ligt besloten dat, met name gelet op de ernst van het feit, niet kan worden volstaan met een andere straf(modaliteit) dan de hieronder bedoelde, die vrijheidsbeneming met zich brengt.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) weken.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin
zitting hadden mr. R. Kuiper, mr. F.M.D. Aardema en mr. E. van Die, in tegenwoordigheid van
mr. A. Stronkhorst, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
12 december 2019.
mr. E. van Die is buiten staat dit arrest te ondertekenen.