In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 12 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in Roemenië in 1986, was aangeklaagd voor diefstal in vereniging van cosmetica artikelen, waaronder slakkengel, slakkencrème en slakkenoogserum, die toebehoorden aan een winkel. De diefstal vond plaats op 22 februari 2019 te Alkmaar. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat dit vonnis slechts een aantekening bevatte en niet voldeed aan de vereisten van artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig is aan de diefstal, waarbij hij samen met een mededader handelde. De verdachte is eerder veroordeeld voor soortgelijke misdrijven, wat meeweegt in de strafoplegging. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven weken, met aftrek van voorarrest, en heeft de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan in overweging genomen. De professionele wijze waarop de diefstal is gepleegd en de waarde van de gestolen goederen zijn daarbij van belang geweest. Het hof heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften, artikelen 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, toegepast zoals deze golden ten tijde van het bewezenverklaarde.