Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep
Tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2015 tot en met 06 maart 2016 te Wijdewormer, gemeente Wormerland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt (in een pand aan de [adres 2]), een hoeveelheid van in totaal (ongeveer) 284 hennepplanten en/of 4037 hennepstekken, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
een of meer onbekend gebleven personen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2015 tot en met 6 maart 2016 te Wijdewormer, gemeente Wormerland, althans in Nederland, met elkaar, althans één van hen, opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt (in een pand aan de [adres 2]), een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 284 hennepplanten en/of 4037 hennepstekken, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte in of omstreeks de periode van 1 oktober 2015 tot en met 7 maart 2016 te Wijdewormer, gemeente Wormerland, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door aan die onbekend gebleven persoon/personen voornoemd pand voor de teelt/het kweken van hennepplanten ter beschikking te stellen.
Vonnis waarvan beroep
- enkele maanden nadat de verdachte de boerderij is gaan bewonen, begonnen is met het kweken van hennep, zodat in het leeuwendeel van de periode waarin de verdachte daar met zijn gezin woonde, sprake is geweest van hennepkweek;
- het kweken van hennep onder meer plaatsvond in de via een inpandige tussendeur met het woongedeelte van de boerderij verbonden ruimte, zodat de bewoners dit geroken moeten hebben, terwijl de vervuiling met hennephars op de tussendeur een sterke aanwijzing ervoor vormt dat een bij de kweek van de hennep betrokken persoon zich van de kweekruimte naar de woning heeft begeven;
- aannemelijk is dat de verdachte, mede gelet op de duur van bewoning, de gemanipuleerde situatie in de meterkast en de provisorische elektriciteitskabel naar de kweekruimte heeft gezien.
€ 1.200,- per maand één schuur aan [naam 2] onderverhuurd. [naam 2] wilde de schuren volgens de verdachte huren, omdat hij een krokodillenhandel had. Vanaf 1 oktober 2015 zou de verdachte alle schuren aan deze [naam 2] hebben onderverhuurd voor € 2.200,- per maand. [14] Ter staving hiervan heeft de verdachte met zijn lezing strokende (onderver)huurovereenkomsten aan de politie gegeven. Deze stukken bevinden zich in het dossier. De ene vermeldt als datum van ondertekening 1 oktober 2014 en de andere 1 oktober 2015. Als namen van de ondertekenaars zijn [naam 2] en [verdachte] vermeld.
- de discrepanties tussen de verklaring van de verdachte en de verklaring van [naam 2] en de daarbij aan de politie overhandigde onderscheiden overeenkomsten;
- de omstandigheid dat de verdachte, terwijl dat als steller van een alternatief scenario op zijn weg lag, deze discrepanties niet van een nadere uitleg heeft voorzien dan “ik denk dat [naam 2] het zelf ook weer onderverhuurde” en deze uitleg vragen oproept in het licht van de door de verdachte en ‘[naam 3]’ ondertekende overeenkomst, die er, als deze echt was, immers op zou wijzen dat de verdachte nauw bij de (nadere) onderverhuur aan [naam 3] betrokken was;
- het door het politieonderzoek gerezen vermoeden dat het paspoort van [naam 3] misbruikt kan zijn.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: