ECLI:NL:GHAMS:2019:4882
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- S. Clement
- A.M. van Amsterdam
- P. Greve
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep voor diefstal uit een woning
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1996 te Amsterdam, was beschuldigd van diefstal in/uit een woning, gepleegd op 3 juli 2017. De tenlastelegging omvatte het forceren van deuren, het wegnemen van koperen leidingen en andere goederen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening. Het openbaar ministerie had hoger beroep ingesteld tegen het eerdere vonnis van de politierechter, waarin de verdachte was veroordeeld.
Tijdens de zitting in hoger beroep op 30 oktober 2019 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, evenals de verdediging van de raadsman. Het hof heeft vastgesteld dat, hoewel de verdachte zich op het tijdstip van de diefstal in de nabijheid van de woning bevond, er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat hij daadwerkelijk de diefstal had gepleegd. Het hof oordeelde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij de hem ten laste gelegde handelingen had verricht.
Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van zowel de primaire als de subsidiaire tenlastelegging. Tevens werd de vordering van de benadeelde partij, een huurvereniging, tot schadevergoeding niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan de ten laste gelegde feiten. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde taakstraf werd eveneens afgewezen.