ECLI:NL:GHAMS:2019:4883

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 november 2019
Publicatiedatum
27 februari 2020
Zaaknummer
23-002812-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep wegens onduidelijkheid over tijdstippen en 20-minutentermijn bij rijden onder invloed

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1992 te Amsterdam, was beschuldigd van het rijden onder invloed van alcohol op 9 april 2018. Het openbaar ministerie had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter, die de verdachte had vrijgesproken. De advocaat-generaal vorderde een geldboete van € 1.000, subsidiair 20 dagen hechtenis, en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 180 dagen, waarvan 92 dagen voorwaardelijk.

Het hof heeft het dossier bestudeerd, inclusief een aanvullend proces-verbaal waarin wijzigingen in het oorspronkelijke proces-verbaal zijn aangebracht. Deze wijzigingen betroffen het tijdstip van de overtreding, maar het hof oordeelde dat er onvoldoende duidelijkheid bestond over de tijdstippen en de 20-minutentermijn, die vereist is voor de geldigheid van de ademanalyse. Hierdoor kon het resultaat van de ademanalyse niet als bewijs worden gebruikt.

Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in het proces-verbaal en de noodzaak om aan de wettelijke vereisten te voldoen voor het bewijs in strafzaken.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002812-18
datum uitspraak: 13 november 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 20 juli 2018 in de strafzaak onder parketnummer 96-072742-18 tegen
[verdachte],
geboren te Amsterdam op [geboortedatum] 1992,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
30 oktober 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 9 april 2018 te Amsterdam als bestuurder van een voertuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 585 microgram, in elk geval hoger dan 220 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere motivering van de vrijspraak komt.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een geldboete van € 1.000, subsidiair 20 dagen hechtenis, en tot een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 180 dagen waarvan 92 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.

Vrijspraak

Het dossier bevat een proces-verbaal ter zake artikel 8 WVW 1994 waarin achteraf met pen een wijziging is aangebracht in het tijdstip van het constateren van de overtreding. Op 2 augustus 2018 is een aanvullend proces-verbaal opgesteld door verbalisant [verbalisant] waarin de verbalisant relateert dat de wijzingen die in het proces-verbaal met pen zijn aangebracht de juiste gegevens zijn. Het hof is van oordeel dat ook na kennisname van dit aanvullend proces-verbaal nog altijd onvoldoende duidelijkheid bestaat ten aanzien van de in het proces-verbaal vermelde tijdstippen, en wie wanneer genoemde wijziging heeft aangebracht. Zodoende kan niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld op welk tijdstip de vordering ademanalyse heeft plaatsgevonden en, in het verlengde daarvan, dat is voldaan aan de 20-minutentermijn. Het resultaat van de ademanalyse kan aldus niet voor het bewijs worden gebruikt en het hof zal de verdachte vrijspreken van het ten laste gelegde

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. van Amsterdam, mr. S. Clement en mr. P. Greve, in tegenwoordigheid van
mr. M. Gieske, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
13 november 2019.
=========================================================================
[…]
.