ECLI:NL:GHAMS:2019:4915

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 april 2019
Publicatiedatum
16 maart 2020
Zaaknummer
23-001388-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis van de politierechter in hoger beroep inzake winkeldiefstal met vervanging van strafmotivering

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 23 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 11 april 2018 was gewezen. De verdachte, geboren in Marokko in 1981, was niet verschenen tijdens de zitting. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar de strafmotivering vervangen. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier dagen, met aftrek van voorarrest, voor winkeldiefstal. De advocaat-generaal had dezelfde straf gevorderd. Het hof heeft de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan en de persoon van de verdachte in overweging genomen. De verdachte had eerder al voor winkeldiefstal een veroordeling gekregen, wat in zijn nadeel heeft gewogen. Daarnaast bleek uit een rapport van de GGZ Reclassering Inforsa dat de verdachte niet bereikbaar was voor de reclassering, waardoor er geen reëel vooruitzicht was op het opleggen van een taakstraf. Het hof concludeerde dat er geen andere of lagere straf passend was dan de vrijheidsbenemende straf die eerder was opgelegd. Het arrest is uitgesproken op een openbare terechtzitting, waarbij de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam aanwezig was.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001388-18
datum uitspraak: 23 april 2019
NIET VERSCHENEN
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 11 april 2018 in de strafzaak onder parketnummer
13-043126-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedag] 1981,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
9 april 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Vonnis waarvan beroep

De behandeling van de zaak heeft het hof niet gebracht tot andere overwegingen en beslissingen dan die van de eerste rechter, zodat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen, met dien verstande dat de strafmotivering wordt vervangen door de onderstaande.

Strafmotivering

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier dagen met aftrek van voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte tot dezelfde straf zal worden veroordeeld.
Het hof heeft in hoger beroep bij de beoordeling van de door de politierechter opgelegde straf gelet op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van de verdachte. Daarbij is in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan winkeldiefstal. Hij heeft er aldus blijk van gegeven het eigendomsrecht van het betreffende winkelbedrijf niet te respecteren. Dit is niet alleen een misdrijf dat overlast oplevert voor het bedrijf, maar ook overigens bijdraagt aan het ontstaan van schade en overlast, doordat winkelbedrijven het verlies van goederen als gevolg van diefstal zullen doorberekenen in de verkoopprijs, terwijl ook aanzienlijke kosten zijn gemoeid met het treffen van maatregelen ter voorkoming van winkeldiefstallen.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 25 maart 2019 is de verdachte eerder ter zake van winkeldiefstallen veroordeeld. Dit weegt het hof in het nadeel van de verdachte. Gelet hierop en in aanmerking genomen dat de verdachte, blijkens het rapport van GGZ Reclassering Inforsa van 31 januari 2019, op geen enkele manier bereikbaar is voor de reclassering en er dus geen reëel vooruitzicht bestaat dat een taakstraf ten uitvoer kan worden gelegd, acht het hof, alles afwegende, geen andere dan wel lagere straf passend en geboden dan de vrijheidsbenemende straf die door de rechter in eerste aanleg is opgelegd. In het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht ziet het hof daartoe evenmin aanleiding.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep, met inachtneming van het voorgaande.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.J.I. de Jong, mr. W.M.C. Tilleman en mr. C.N. Dalebout, in tegenwoordigheid van mr. D. Boessenkool, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
23 april 2019.
mrs. C.N. Dalebout en J.J.I. de Jong zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]