ECLI:NL:GHAMS:2019:509
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot schorsing van overleveringsdetentie wegens vluchtgevaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 13 februari 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de opgeëiste persoon tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam, Internationale Rechtshulpkamer, van 1 februari 2019. De rechtbank had het verzoek tot schorsing van de overleveringsdetentie afgewezen. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en heeft de advocaat-generaal en de opgeëiste persoon, bijgestaan door haar raadsman mr. M.M.H. Zuketto, gehoord.
Het hof heeft vastgesteld dat er sprake is van een vluchtrisico. De opgeëiste persoon verzet zich tegen haar overlevering aan België, waar zij wordt verdacht van een levensdelict. Daarnaast heeft zij de Marokkaanse nationaliteit, en Marokko levert geen eigen onderdanen uit. Het hof heeft ook geconstateerd dat de opgeëiste persoon over voldoende financiële middelen beschikt om naar Marokko te reizen en daar voor langere tijd te verblijven. Gezien deze omstandigheden oordeelt het hof dat het risico te groot is dat zij zou afreizen naar Marokko, waardoor Nederland niet aan zijn verplichtingen jegens de Belgische autoriteiten zou kunnen voldoen.
Daarom heeft het hof het beroep tegen de bestreden beslissing afgewezen. Deze beschikking is gegeven in raadkamer door de voorzitter en twee raadsheren, in aanwezigheid van de griffier. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis gebracht van de opgeëiste persoon.