ECLI:NL:GHAMS:2019:847

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 maart 2019
Publicatiedatum
15 maart 2019
Zaaknummer
13/016879-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep van een vluchtgevaarlijke asielzoeker tegen de beschikking van de politierechter

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 maart 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een vluchtgevaarlijke asielzoeker. De appellant, geboren in Algerije en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, was op dat moment verblijvende in het huis van bewaring Esserheem te Veenhuizen. Hij had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 5 februari 2019, waarin een bevel tot zijn gevangenhouding was gegeven. Het hof heeft kennisgenomen van de akte van de griffier van de rechtbank Amsterdam van 8 februari 2019, de beschikking waarvan beroep, en de stukken met betrekking tot de voorlopige hechtenis van de verdachte. Tijdens de zitting heeft het hof de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. J.M. Buchel, gehoord.

Het hof heeft de beschikking van de politierechter bevestigd en geoordeeld dat er voldoende ernstige bezwaren zijn tegen de verdachte. De verdachte heeft geen vaste verblijfplaats, werk of inkomen, en het is onduidelijk of hij nog in een asielzoekerscentrum kan worden ondergebracht. Dit leidt tot de conclusie dat er sprake is van vluchtgevaar, omdat er gegronde redenen zijn om te vrezen dat de verdachte zich aan de berechting in Nederland zal onttrekken of niet voor justitie vindbaar zal zijn. Bovendien blijkt uit de justitiële documentatie dat de kleine recidivegrond van toepassing is, zoals bedoeld in artikel 67a, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

Uiteindelijk heeft het hof het beroep tegen de bestreden beschikking afgewezen. Deze beslissing is genomen in raadkamer en is ondertekend door de voorzitter en de raadsheren, met mr. S.A.M. Borg als griffier. De advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.

Uitspraak

13/016879-19
GERECHTSHOF AMSTERDAM,
MEERVOUDIGE STRAFKAMER, RAADKAMER
BESCHIKKINGin raadkamer op het hoger beroep in de zaak van
[appellant]
geboren te [geboorteplaats] (Algerije) op [geboortedag] 1993,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans verblijvende in het huis van bewaring Esserheem te Veenhuizen,
tegen de beschikking van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 5 februari 2019, houdende bevel tot zijn gevangenhouding.

De feiten en de rechtsgang

Het hof heeft kennis genomen van de akte van de griffier van de rechtbank Amsterdam van
8 februari 2019, waarbij namens de verdachte hoger beroep is ingesteld tegen voormelde beschikking van de politierechter.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep en heeft kennis genomen van de stukken betrekking hebbend op de voorlopige hechtenis van de verdachte en heeft gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door diens raadsvrouw mr. J.M. Buchel.

De beoordeling

Het hof verenigt zich met de beschikking waarvan beroep en de gronden waarop deze berust.
Gelet op het veroordelend vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van
5 februari 2019 is het hof van oordeel dat sprake is van voldoende ernstige bezwaren, nu niet is gebleken dat dit vonnis klaarblijkelijk op een juridische of feitelijke misslag berust.
De verdachte heeft geen vaste verblijfplaats in Nederland en geen werk en geen inkomen. Onduidelijk is of hij nog in een asielzoekerscentrum terecht zal kunnen. Onder die omstandigheden is er sprake van vluchtgevaar in die zin dat er gronden zijn om te vrezen dat de verdachte zich aan berechting in Nederland zal onttrekken dan wel niet voor justitie vindbaar zal zijn.
Voorts blijkt uit de justitiële documentatie van de verdachte dat de zogenoemde kleine recidivegrond, als bedoeld in artikel 67a, tweede lid, Sv, van toepassing is.
13/016879-19

De beslissing

Het hof:
WIJST AF het beroep tegen de bestreden beschikking.
Deze beschikking is gegeven op 6 maart 2019 in raadkamer van dit hof door
mr. J.L. Bruinsma, voorzitter,
mrs. E. van Die en H.F. van Kregten, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.A.M. Borg als griffier.
De advocaat-generaal bij dit gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van de verdachte.
Amsterdam, 6 maart 2019,
de advocaat-generaal