In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 26 maart 2019 uitspraak gedaan in een hoger beroep kort geding. De appellant, vertegenwoordigd door mr. O.M.B.J. Volgenant, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 19 maart 2019 was gewezen. De zaak betreft een verbod op het gebruik van beeld- en geluidmateriaal waarin de appellant zichtbaar en hoorbaar is, in het programma 'Van der Spek ontmaskert', dat zich richt op pedofilie en een kinderprostitutienetwerk in de Filipijnen. De appellant vorderde dat het hof het vonnis van de voorzieningenrechter zou vernietigen en zijn vorderingen zou toewijzen, terwijl de geïntimeerde, Simpel Media B.V., vertegenwoordigd door mr. J.A. Schaap en mr. P. de Leeuwe, het vonnis wilde bekrachtigen.
Tijdens de zitting op 25 maart 2019 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Het hof heeft vastgesteld dat de bezwaren van de appellant zich met name richten tegen het gebruik van verborgen camera- en geluidsmateriaal. Het hof heeft geoordeeld dat het gebruik van dit materiaal onrechtmatig is, omdat onvoldoende is aangetoond dat adequate maatregelen zijn genomen om de belangen van de appellant te beschermen, met name zijn herkenbaarheid. Het hof heeft het vonnis van de voorzieningenrechter vernietigd en de geïntimeerde verboden om het beeld- en geluidmateriaal te gebruiken, met een dwangsom van € 50.000,- per dag bij overtreding van dit verbod. Tevens zijn de kosten van de procedure aan de zijde van de appellant toegewezen.
Het hof heeft benadrukt dat het in verband brengen met pedofilie in hoge mate diffamerend kan zijn en ernstige gevolgen kan hebben voor de appellant. Het hof heeft de belangenafweging gemaakt en geconcludeerd dat de belangen van de appellant zwaarder wegen dan die van de geïntimeerde. Het arrest is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.