ECLI:NL:GHAMS:2020:1870

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
10 juni 2020
Publicatiedatum
6 juli 2020
Zaaknummer
23-001534-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake diefstal van een fiets met beslagbeslissing en vordering van de benadeelde partij

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 10 juni 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in Marokko in 1979, was beschuldigd van diefstal van een fiets, merk Giant, die toebehoorde aan de benadeelde partij. De diefstal vond plaats op 13 oktober 2018 te Zaandam. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen heeft geacht. Het vonnis van de politierechter werd vernietigd, omdat dit slechts een aantekening was zonder inhoudelijke beoordeling. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van veertien dagen, waarvan elf dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van het feit en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor vermogensdelicten. De benadeelde partij had in eerste aanleg een vordering tot schadevergoeding ingediend, maar heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd, waardoor het hof hier niet meer over kon oordelen. Het hof gelastte de teruggave van de in beslag genomen fiets aan de benadeelde partij en de bewaring van de overige fietsen ten behoeve van de rechthebbende.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001534-19
datum uitspraak: 10 juni 2020
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 11 januari 2019 in de strafzaak onder parketnummer 15-217268-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedag] 1979,
postadres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
27 mei 2020.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 13 oktober 2018 te Zaandam, gemeente Zaanstad een fiets, merk Giant, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 13 oktober 2018 te Zaandam (gemeente Zaanstad) een fiets, merk Giant, die toebehoorde aan
[benadeelde], heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
diefstal.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken met aftrek waarvan één week voorwaardelijk en met een proeftijd van twee jaren.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van veertien dagen met aftrek waarvan elf dagen voorwaardelijk en met een proeftijd van twee jaren.
De raadsman heeft het hof verzocht om – conform de eis van de advocaat-generaal – een (grotendeels) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal van een fiets. Diefstal is een hinderlijk feit dat doorgaans financiële schade en veel ongemak met zich brengt. Door zijn handelen heeft de verdachte er blijk van gegeven geen respect te hebben voor de eigendommen van anderen.
Blijkens een uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 18 mei 2020 is de verdachte eerder onherroepelijk veroordeeld ter zake van (onder meer) vermogensdelicten, en wel tot een flinke gevangenisstraf. Dit weegt het hof in zijn nadeel. Tegen die achtergrond kan hier niet worden volstaan met een andere sanctie dan een vrijheidsbenemende straf. De verdachte heeft blijkens genoemd uittreksel sinds 13 oktober 2018 echter geen strafbare feiten meer begaan die ter kennis van justitie zijn gekomen. Om hem te stimuleren deze lijn door te trekken, zal de op te leggen straf grotendeels in voorwaardelijke vorm worden gegoten. Het onvoorwaardelijk deel van de straf is dan gelijk aan de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht.
Alles afwegende acht het hof, conform de eis van de advocaat-generaal en het verzoek van de raadsman, een (deels voorwaardelijke) gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.

Beslag

Onder de verdachte zijn, blijkens een beslaglijst van 14 december 2018, de volgende voorwerpen in beslag genomen en nog niet teruggegeven:
een herenfiets (merk: Giant, G940587);
een herenfiets (merk: Gazelle, G940595);
een herenfiets (merk: Union, G940611);
een herenfiets (merk: Giant, G940620);
een damesfiets (merk: Gazelle, G940622).
De politierechter heeft gelast dat de onder 1) genoemde fiets wordt teruggegeven aan de rechthebbende [benadeelde] en dat de overige fietsen worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof met betrekking tot de fietsen tot dezelfde beslissing komt.
Het hof zal de teruggave van de onder 1) genoemde herenfiets aan de rechthebbende [benadeelde] gelasten. Het hof zal voorts de bewaring ten behoeve van de rechthebbende gelasten van de overige fietsen, omdat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld aan wie deze toebehoren.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 152,25. Bij het vonnis waarvan beroep is de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd. Het hof heeft in hoger beroep dus niet meer te oordelen over de vordering tot schadevergoeding.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c en 310 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
14 (veertien) dagen.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
11 (elf) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de
teruggaveaan [benadeelde] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- een herenfiets (merk: Giant, G940587).
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een herenfiets (merk: Gazelle, G940595);
- een herenfiets (merk: Union, G940611);
- een herenfiets (merk: Giant, G940620);
- een damesfiets (merk: Gazelle, G940622).
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.J.I. de Jong, mr. P.F.E. Geerlings en mr. J.W.P. van Heusden, in tegenwoordigheid van
mr. S. Bonset, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 10 juni 2020.