Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak van het primair tenlastegelegde
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [persoon 2]
Vordering van de benadeelde partij [persoon 3]
Vordering van de benadeelde partij [persoon 4]
Vordering van de benadeelde partij [persoon 5]
Vordering van de benadeelde partij [persoon 6]
Vordering van de benadeelde partij [persoon 7]
Vordering van de benadeelde partij [persoon 8]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
1 (één) jaaraan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Vordering van de benadeelde partij [persoon 9]
€ 55,50 (vijfenvijftig euro en vijftig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
verplichtingop om
aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd
gijzelingop ten hoogste
1 (één) dag. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Vordering van de benadeelde partij [persoon 3]
€ 55,00 (vijfenvijftig euro) ter zake van materiële schade,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
verplichtingop om
aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [persoon 3], ter zake van het subsidiair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 55,00 (vijfenvijftig euro) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
gijzelingop ten hoogste
1 (één) dag. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Vordering van de benadeelde partij [persoon 4]
€ 400,00 (vierhonderd euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
verplichtingop om
aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd
gijzelingop ten hoogste
8 (acht) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Vordering van de benadeelde partij [persoon 5]
€ 100,00 (honderd euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
verplichtingop om
aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [persoon 5], ter zake van het subsidiair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 100,00 (honderd euro) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
gijzelingop ten hoogste
2 (twee) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Vordering van de benadeelde partij [persoon 6]
€ 250,00 (tweehonderdvijftig euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
verplichtingop om
aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd
gijzelingop ten hoogste
5 (vijf) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Vordering van de benadeelde partij [persoon 7]
€ 200,00 (tweehonderd euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
verplichtingop om
aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd
gijzelingop ten hoogste
4 (vier) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Vordering van de benadeelde partij [persoon 8]
€ 150,00 (honderdvijftig euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
verplichtingop om
aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [persoon 8], ter zake van het subsidiair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 150,00 (honderdvijftig euro) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
gijzelingop ten hoogste
3 (drie) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.