ECLI:NL:GHAMS:2020:1928

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 juni 2020
Publicatiedatum
9 juli 2020
Zaaknummer
23-003566-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep na intrekking van het hoger beroep

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 24 juni 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 26 september 2017 was gewezen. De verdachte, geboren in Marokko in 1976, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. Tijdens de zitting op 24 juni 2020 heeft de advocaat-generaal verzocht om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep, op basis van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

De verdachte heeft op 24 juni 2020 een akte ingediend waarin hij aangeeft het hoger beroep niet te willen handhaven. Het hof heeft vastgesteld dat de intrekking van het hoger beroep niet meer mogelijk was, omdat het onderzoek ter terechtzitting al was aangevangen. Desondanks heeft het hof uit de akte afgeleid dat de verdachte zijn bezwaren tegen het vonnis niet langer wenst te handhaven. Het hof heeft geen rechtens te respecteren belang gevonden dat zou pleiten voor verder onderzoek van de zaak.

Op basis van deze overwegingen heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het ingestelde hoger beroep. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de betrokken rechters en griffier aanwezig tijdens de openbare terechtzitting.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003566-17
datum uitspraak: 24 juni 2020
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 26 september 2017 in de strafzaak onder parketnummer 15-126106-17 tegen
[Verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedatum] 1976,
adres: [Adres] Haarlem.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
24 juni 2020.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkend tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het hoger beroep op grond van artikel 416, tweede lid, van het
Wetboek van Strafvordering (Sv).

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Blijkens de akte intrekken hoger beroep van 24 juni 2020 wenst de verdachte het hoger beroep niet te handhaven. Intrekking van het hoger beroep was niet meer mogelijk, nu het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep reeds op een eerdere zitting van het hof was aangevangen. Het hof leidt evenwel uit de akte intrekking van het hoger beroep af dat de verdachte zijn oorspronkelijke bezwaren tegen het vonnis niet langer wenst te handhaven. Nu het hof ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak, zal de verdachte niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, Sv.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.W.P. van Heusden, mr. A.M. van Woensel en mr. P.F.E. Geerlings in tegenwoordigheid van mr. S. Bonset, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
24 juni 2020.