ECLI:NL:GHAMS:2020:2221
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor verdachte in hoger beroep wegens rijden onder invloed van alcohol na terugwijzing door de Hoge Raad
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 juni 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling van de verdachte voor het rijden onder invloed van alcohol. De verdachte was eerder door de politierechter in de rechtbank Noord-Holland veroordeeld tot een geldboete van € 300,-, subsidiair 6 dagen hechtenis. Tegen dit vonnis is hoger beroep ingesteld, waarna het gerechtshof in 2015 het vonnis heeft vernietigd en de verdachte heeft veroordeeld tot een geldboete van € 400,-, subsidiair acht dagen hechtenis. De Hoge Raad heeft echter het arrest van het gerechtshof vernietigd en de zaak teruggewezen voor herbehandeling.
Tijdens de zittingen in hoger beroep op 13 maart 2018, 26 september 2018 en 17 juni 2020 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging gehoord. De tenlastelegging betrof het rijden onder invloed op 14 februari 2014 te Zandvoort, waarbij het alcoholgehalte van de verdachte boven de wettelijke limiet zou zijn. De verdachte heeft echter altijd ontkend het voertuig te hebben bestuurd.
Getuigenverklaringen, waaronder die van de broer van de verdachte, hebben aangetoond dat deze broer de auto bestuurde en zich met het identiteitsbewijs van de verdachte heeft geïdentificeerd. Het hof heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte te veroordelen voor het tenlastegelegde feit. Daarom heeft het hof het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen.